"Het verhaal gaat verder" toespraak Manon vanderkaa, directeur Mensen met een Missie

Beste zusters,manon.jpg

Wat een voorrecht om vandaag in uw midden te mogen zijn. Het is een bijzondere dag in een bijzonder jaar. De afgelopen jaren zijn langzaam maar zeker de missionarissen in uw congregatie naar huis teruggekeerd en deze zomer zijn ook de vier zusters van Curaçao naar Nederland gekomen. Mogen wij in hun geval ook over 'terugkeren' spreken? Dat laat ik graag aan de zusters zelf over.
Uw missionaire presentie overzee is dit jaar afgerond, een afsluiting van bijna negentig jaar buitenlandse zending. En niet alleen binnen uw congregatie keren missionarissen huiswaarts. Langzaam maar zeker neemt het aantal Nederlandse missionarissen af, al zijn er momenteel nog steeds zo'n 900 overzee actief.

Gelukkig mogen we ervaren dat desondanks de missionaire beweging niet eindigt. De missionarissen hebben het estafettestokje overgedragen aan lokale mensen. En dat maakt dat we ons deel mogen weten van een wereldwijde missionaire beweging. Overal ter wereld zetten vrouwen en mannen zich in, geïnspireerd door hun geloof, om samen te werken aan een wereld van gerechtigheid en vrede, aan een wereld waarin iedereen tot haar en zijn recht kan komen. Met deze mensen met een missie weten wij ons ten diepste verbonden. Gedragen door die verbondenheid durven we voort te bouwen aan de toekomst. Op onze weg naar de toekomst biedt de missionaire traditie ons meerdere richtingwijzers. Die geven richting aan onze missie, aan onze inzet en inspanningen. Het zijn richtingwijzers die wij ontlenen aan úw voorbeeld, aan hoe ú tewerk bent gegaan, of u nu als missionaris overzee werkzaam bent geweest of dat u in Nederland invulling heeft gegeven aan uw zending als religieuze. Wij zijn dankbaar voor de richtingwijzers die u ons heeft meegegeven. Als symbool voor die dankbaarheid zal ik steeds nadat ik een richtingwijzer heb benoemd een zuster vragen om een kaars te ontsteken, een kaars als teken van het licht dat aan ons wordt doorgegeven en onze weg verlicht.

Een eerste richtingwijzer is dat mensen centraal staan in missionaire ontwikkeling. Natuurlijk, dingen zijn ook belangrijk: wegen, gebouwen, computers… maar investeren in de kracht van mensen is nog veel belangrijker. Mensen zijn geen dingen, objecten, die als een fotorolletje ontwikkeld kunnen worden. Mensen kunnen alleen zichzelf ontwikkelen.
Een van de belangrijkste eigenschappen van een missionaris was en is: goed luisteren. De overste die in de jaren zestig van de vorige eeuw op de Solomon eilanden nieuwe Nederlandse missionarissen ontving en wegwijs maakte, gaf hen als opdracht mee: "ogen en oren wijd open en snaveltje toe".
Goed luisteren is van levensbelang. Steeds gaat het erom te horen wat er bij mensen zelf leeft, hoe zij hun leven vorm willen geven, wat zij in hun situatie willen veranderen. Wij kunnen hen daarbij ondersteunen, niet minder maar ook niet meer. Niet sturen of opleggen, wel met elkaar in gesprek over wat wenselijk en mogelijk is, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid.
Daarbij gaat het ook steeds om een keuze juist voor mensen aan de basis. Missionarissen stonden letterlijk en figuurlijk met hun voeten – of op zijn minst met hun sandalen – in de modder. En nog steeds is de missionaire beweging present in de haarvaten van de samenleving, dicht bij de ontrechten en allerarmsten. Onze inzet is erop gericht dat juist hun menselijke waardigheid weer zichtbaar kan worden.
Zuster Agatha, ik vraag u de bruine kaars te ontsteken als symbool voor de mens die altijd centraal staat in het missionaire werk.

Een tweede richtingwijzer reikt de missionaire traditie ons aan met haar aandacht voor het geloof als inspiratiebron, als bron van geestelijke kracht. Voor echte ontwikkeling is een beroep op de geestelijke kracht van mensen nodig. Hoop is essentieel voor menselijkheid. Ontwikkeling is alleen bevrijdend als mensen zich kunnen oprichten, erin gaan geloven dat ze zelf verbeteringen tot stand kunnen brengen, en dat het de moeite waard is om dat te proberen. Niet alleen, maar samen met lotgenoten en bondgenoten.
Geloof kan daarvoor een krachtige bron en impuls zijn, omdat ze mensen in contact brengt met een werkelijkheid die het alledaagse bestaan overstijgt. De missionaire traditie leert ons dat ontwikkeling gedijt bij religieuze bezieling, zeker in een wereld waarin bijna iedereen gelovig is.
Mensen leven hun leven 'op hoop van zegen'. In moeilijke en uitzichtloze situaties blijven ze toch hoopvol volharden en daarbij ontlenen ze inspiratie en troost aan het verhaal van Jezus Christus, aan het Magnificat dat Maria zingt. De God van het Verbond kiest steeds voor de zwaksten, de armsten. En lijden en onrecht hebben niet het laatste woord. Dat geeft hen vertrouwen dat de wereld, hun leven niet zo bedoeld kan zijn zoals het nu is.
De verkondiging en het getuigenis van Gods liefde voor alle mensen, en Gods uitnodiging aan alle mensen om elkaar lief te hebben – door zorg voor de behoeftigen en inzet voor gerechtigheid en vrede – is onlosmakelijk verbonden met missionair werk. Kortom, de missionaire beweging is een sociale beweging met een religieus hart.
Mag ik zuster Dymphna vragen de witte kaars te ontsteken als teken van het geloof als levensbron voor onze missie.

Een derde richtingwijzer die onze inzet kleurt is een eigenschap die de missionaire beweging heeft overgenomen van missionarissen: geduld, uithoudingsvermogen. Ontwikkeling is een proces dat een lange adem vraagt. Onrecht verdwijnt niet van vandaag op morgen. En soms is de inzet voor een andere wereld net een Echternach-processie: twee stappen vooruit en dan weer één achteruit. Missionarissen lopen niet weg bij tegenslag. Integendeel: zij beseffen dat juist dan, wanneer een gewelddadig conflict weer oplaait, of wanneer de natuur zich van haar onbarmhartige kant laat zien en bij een ramp slachtoffers eist, dat juist dan hun solidariteit dringend noodzakelijk is.
Geduld en uithoudingsvermogen worden ondersteund door een perspectief op het leven dat verder reikt dan de grenzen van het eigen leven, door een besef dat we geroepen zijn om mee te werken aan de realisering van Gods Rijk. En tegelijkertijd mogen we vertrouwen dat dat Rijk er komen zal, dankzij en ondanks onze beperkte inspanningen.
Mensen met een Missie is vaak betrokken bij veranderingsprocessen die om een lange adem vragen. Onze partners moeten erop kunnen vertrouwen dat ook wij over die lange adem beschikken en niet weglopen als het tegenzit, of als resultaten niet binnen de oorspronkelijke planning bereikt worden. Echte ontwikkeling door de mensen zelf vergt tijd, laat zich nauwelijks plannen, en kent ups & downs.
De missionaire beweging heeft die lange adem, erkent dat de tijd soms niet rijp is voor bepaalde ontwikkelingen, mensen er niet klaar voor zijn, de werkelijkheid vaak weerbarstig is, en terugval soms onvermijdelijk. En dan gaat het erom dat we toch blijven, ook als het moeilijk gaat. Flexibel zijn. Risico's aanvaarden. We noemen dit de procesbenadering. We weten niet wat het einddoel van ontwikkeling is, maar vanuit de missionaire beweging weten we wel de richting door ons te oriënteren op een aantal christelijke waarden en principes.
Zuster Maria, mag ik u vragen de zwarte kaars aan te steken als symbool van het geduld en doorzettingsvermogen dat wij in de missionaire beweging nodig hebben.

Een ander kenmerk van de inzet van missionarissen is het grensoverschrijdende karakter ervan. En dat geldt in meerdere opzichten. Natuurlijk: missionarissen zijn avonturiers die – ook toen dat nog heel ongewoon was – hun moeder- of vaderland verlieten en naar een totaal onbekende wereld trokken. Maar niet alleen gingen zij in fysieke zin grenzen over. Missionarissen stappen ook over culturele grenzen en eigen psychologische grenzen heen. Zij leerden hun eigen overtuigingen te relativeren en andere culturen te respecteren. Uitdrukkelijk geldt dit ook voor het geloof. Hedendaagse missie gaat niet over verandering van religies, of bekering van de ene religie naar de andere. In de kern gaat het om de getuigenis van Gods liefde in woord en daad, in antwoord op Gods uitnodiging om mee te bouwen aan zijn Koninkrijk van vrede en gerechtigheid.
De missionaire beweging vandaag de dag sluit zich niet op binnen de eigen gemeenschap, maar overschrijdt grenzen, juist vanuit haar katholieke geloofsovertuiging. Katholiek wordt dan verstaan als 'op omvattendheid gericht', niemand uitsluitend. Dat betekent ook dat missionaire organisaties juist actief zijn op plaatsen en bij mensen waar anderen niet willen zijn of niet méér willen zijn. Of het nu gaat om de inzet voor de allerarmsten in een krottenwijk ergens in de Derde Wereld of de zorg voor daklozen in één van onze steden hier in Nederland of de opvang van vluchtelingen die nergens meer terecht kunnen: steeds weer worden grenzen overschreden.
Zuster Engracia, wilt u de gele kaars ontsteken als teken van deze grensoverschrijding.

Missie vraagt ook altijd om keuzes maken, soms scherpe keuzes. Dat kan moeilijk en pijnlijk zijn. De inzet voor vrede en gerechtigheid kan er om vragen tegen de stroom in te roeien en politiek stelling te nemen. Missionarissen en missionaire werkers zijn vaak actief in de tegenbeweging. In de tegenstroom gaan staan, is niet gemakkelijk vanwege de consequenties die het kan hebben. Overal ter wereld zijn er mensen met een missie die dit aan den lijve ondervinden.
Tijdens mijn bezoek in september aan de Filippijnen ontmoette ik zuster Stella, een energieke jonge vrouw. Zij is lid van SAMIN, de vereniging van zusters van verschillende congregaties op Mindanao. Deze zusters zetten zich op allerlei manieren in voor de armste bevolkingsgroepen en Mensen met een Missie werkt al jaren met hen samen. Ook uw congregatie heeft SAMIN lang ondersteund.
Mindanao is het op één-na-grootste eiland van de Filippijnen. Er woedt al honderden jaren een bittere onafhankelijkheidsoorlog tussen de moslim-minderheid en de Filippijnse overheid. Soms lijken onderhandelingen succesvol te worden, maar dan laait het geweld weer op. De verschillende bevolkingsgroepen van Mindanao komen hierdoor tegenover elkaar te staan: moslims, christenen en inheemse volken staan elkaar regelmatig naar het leven. Deze spanningen zijn niet los te zien van de oprukkende mijnbouw op het eiland. Grote buitenlandse ondernemingen beroven met toestemming van de overheid en onder bescherming van het leger het eiland van haar vele bodemschatten. Hiervoor wordt de lokale bevolking van haar grond verdreven en wordt de natuur vergaand aangetast. De bergen worden ontbost en het water raakt vervuild. Mensen verliezen hun bestaansgrond en de onderlinge spanningen lopen verder op.
Zuster Stella zet zich in voor de lokale bevolking. Zij ondersteunt gemeenschappen die opkomen voor hun recht om op de eigen grond te mogen blijven leven. Zij steunt hen in hun protest, bijvoorbeeld als een mijnbouwonderneming met een vervalste licentie toch bewoners probeert te verdrijven.
De Filippijnse overheid is niet gediend van de inspanningen van zuster Stella. In februari van dit jaar werd zij 's nachts opgepakt door de politie en urenlang onder schot gehouden. Dankzij bemiddeling van SAMIN kwam zuster Stella vrij. Begin september had ze een auto-ongeluk onder verdachte omstandigheden. Zuster Stella weet dat zij op de dodenlijst van het leger staat. "Maar ik kan toch niet toekijken als ons eiland wordt vernietigd en juist de armste bewoners het slachtoffer worden?" zegt zuster Stella.
Niet opgeven als het gevaarlijk wordt, soms zelfs met gevaar voor eigen leven. Het is een richtingwijzer die ons wordt aangereikt vanuit de missionaire traditie.
Zuster Eugenie, mag ik u vragen de rode kaars te ontsteken, als symbool van onze solidariteit met zuster Stella en zoveel anderen die vanuit hun missie moeilijke en soms gevaarlijke keuzes maken.

Tot slot een laatste missionaire richtingwijzer die ik vandaag met u wil delen. Missionarissen trokken er op uit om een boodschap, een blijde boodschap te gaan brengen. Maar gaandeweg kwamen ze erachter dat God hen al vóór was geweest. De missionarissen hoefden de mensen niet tot geloof te brengen; zij geloofden al.
In de ontmoeting tussen missionarissen en de mensen met wie zij het leven deelden groeide wederkerigheid. Teruggekeerde missionarissen benadrukken altijd weer dat zij veel meer ontvangen hebben dan dat zij zelf hebben gegeven. Zij zijn verrijkt, gevoed door het levende en vreugdevolle geloof van mensen, beïnvloed door een cultuur waarin heel andere waarden centraal staan dan wat wij in Nederland zijn gewend.
Ook religieuzen die in eigen land hun missie inhoud hebben gegeven, vertellen hoe dankbaar ze zijn voor wat zij daarin hebben mogen ervaren. Bijvoorbeeld zusters die altijd werkzaam zijn geweest in de zorg en daarbij veel waardering hebben ontvangen voor alleen al het feit dat ze er waren, tijd hadden, de ander echt zagen staan.

Het inzicht is gegroeid dat missie een wederkerig proces is, waarin ontmoeting en dialoog centraal staan. Ook de missionaire werkers die wij vandaag de dag uitzenden, hoe professioneel en deskundig ze ook zijn, ervaren dat zij niet alleen wat te brengen hebben maar vooral ook veel te leren. Dit vereist een open houding. Kern is de ontmoeting tussen mensen, waarin het niet alleen om het werk, de formele opdracht gaat, maar om heel de mens en heel het leven.
Inspiratie delen, zoals ik dat ook vandaag ervaar – ik hoop dat we dat nog heel lang met elkaar kunnen doen.
Zuster Albertha, wilt u de groene kaars aansteken ten teken van de wederkerigheid die wij ervaren bij onze missionaire inzet.

Hiermee kom ik tot slot bij de kern van wat wij onder missie verstaan. De doelstelling van missie is: mensen met elkaar verbinden. Het gaat om een persoonlijke geraaktheid dat er dingen scheef zijn in deze wereld, in combinatie met een streven om uit eigen kring te treden, verbindingen aan te gaan met mensen over grenzen heen. Om samen te bouwen aan een betere wereld. In de kern gaat het om betrokkenheid bij de ander en de wens om je met die ander te engageren vanuit het besef dat we allemaal delen in Gods liefde en barmhartigheid.

Wij geloven dat er toekomstmuziek zit in deze missie. We zijn dankbaar voor wat geweest is en hebben vertrouwen in wat komt…

Dank u wel.

30 oktober 2009
Manon Vanderkaa, Mensen met een Missie