Samenspraak over Zr Emmanuel de Gier en zr Truus Sonder

Jubilerende zuster Truus
dames en heren

Henk
Wie regelmatig historisch onderzoek doet en diep in de archieven duikt ontdekt soms saillante details. Een van die opmerkelijke feiten in de 170-jarige geschiedenis van de congregatie is dat tussen 1890 en 2006 onder de zeer vele gouden bruiden, zoals ze intern worden genoemd, er slechts 2 zijn geweest die hun gouden feest hebben mogen vieren tijdens hun bestuursperiode als algemene overste. Dat bent u en uw illustere voorgangster zuster Emmanuël de Gier.
De feestdag van vandaag leek ons een ideale gelegenheid om jullie beider visie, filosofie en toewijding voor de congregatie als leidraad voor deze samenspraak te nemen, te meer omdat jullie beiden uitgesproken representanten zijn van een boeiende periode in de ontwikkeling van de congregatie nl. enerzijds die van groei en expansie en anderzijds de vergrijzing en langzame afbouw.

Zuster Emmanuël de Gier, geboren en getogen in Kerkdriel het geboortedorp van monseigneur Johannes Zwijsen, heeft destijds een zéér markante rol gespeeld. Het is een vrouw geweest die vóór haar intrede een jeugd heeft doorgemaakt die volgens mij veel van haar levensmoed, kracht, omgaan met tegenspoed en een fundamenteel Godsvertrouwen, verklaart. Ze verloor immers als jong meisje haar moeder, haar vader, een doodgeboren zusje, twee andere zusjes en een broer en ze heeft ze vóór haar intrede allen begeleid naar hun laatste rustplaats. Eenmaal zuster van Schijndel wordt ze al na 8 maanden nl. op 2 oktober 1840 4e assistente binnen het toenmalige hoofdbestuur. Historisch gezien een vrij uniek gegeven! De congregatie telt op dat moment 9 zusters en staat nog maar aan het prille begin van een geweldige groei.

Zr. Agnes
Jij Truus, geboren en getogen in het Overijsselse Bornerbroek maakt op de huishoudschool kennis met de leefstijl van onze zusters in Borne en je raakt op een of andere manier geboeid, tot je op je 20e jezelf bij ons aansluit en besluit op 4 februari 1957 in te treden bij de Zusters van Liefde. Na je vormingsjaren volgde je de ULO en de kweekschool en daarna heb je 8 jaren lang je beste krachten gegeven aan het Brabantse onderwijs. Je inspiratie blijkt dan echter al op een geheel ander vlak te liggen. Je diepere bezieling en bewogenheid wordt nog eens extra aangewakkerd door de religieuze vernieuwingsideeën van het Tweede Vaticaans concilie en je slaat een geheel andere weg in.

Henk
De schrik slaat de congregatie om het hart als zich bij zr. Emmanuël in 1845 een zeer venijnige keelaandoening openbaart, waar de toenmalige deskundige doktoren Hamel en Bolsius totaal geen raad mee weten. Haar toestand verslechtert zienderogen en men houdt met het ergste rekening. De hele congregatie houdt maar liefst drie novenen om haar genezing af te smeken. Heeft hier Gods hand dan toch ingegrepen…..Zr. Emmanuël herstelt op een wonderbaarlijke wijze. Ze pakt de draad als assistente weer op en goed een jaar later, let wel…..25 jaar oud, houdt ze als een soort reddende engel een uniek en indringend pleidooi. We zullen nooit weten waar ze op dat moment de kracht vandaan heeft gehaald en het inzicht heeft verworven om te handelen zoals ze gehandeld heeft. Wat een durf, wat een moed, wat een godsvertrouwen en een rotsvast geloof. Wat was er nl. aan de hand? Door het hoge sterftecijfer van veel jonge zusters raakt de stichter min of meer in een depressie en klopt voor advies aan bij zijn grote voorbeeld en adviseur monseigneur Johannes Zwijsen in Tilburg. Die geeft hem de suggestie en de overweging mee om de congregatie in Schijndel, die hij min of meer als niet levensvatbaar beschouwt, te laten opgaan in die van Tilburg. Het hele hoofdbestuur is enige dagen later met pastoor van Erp in vergadering bijeen. Iedereen lijkt in te stemmen met het voorstel van monseigneur Zwijsen, totdat de jonge zuster Emmanuël van haar stoel op staat en vol overtuiging houdt ze haar medezusters voor, dat ze in al die tegenslagen beter moeten kijken en luisteren naar Gods bedoelingen. Als je zo op de proef gesteld wordt, kom je er sterker uit en ze houdt een warm pleidooi om gezamenlijk vol goede moed door te zetten en de ingeslagen weg te blijven volgen. Dat is absoluut de redding van de congregatie geweest.

Zr. Agnes
Dankzij die moedige reddingspoging mag jij Truus, als 11e algemene overste, ons nu leiden naar de toekomst of zoals je het zelf eens hebt verwoord…..voortgaan in Gods spoor van barmhartigheid. Samen bidden, vieren, spiritueel wakker blijven, samen waardig oud worden en alle mogelijkheden aangrijpen om dit proces met een positieve blik in de toekomst te voltooien. Je grondige studies, her- en bijscholingen, begeleidingswerk op allerlei niveaus, je feeling voor leiding geven, het overzien van grote structuren, je jarenlange ervaring in het vormingswerk voor religieuzen zowel in binnen- als buitenland heeft je tot vele verhelderende inzichten gebracht, tot een dieper besef dat onze congregatie nog steeds een getuigenis kan zijn voor onze samenleving, door nl. voortdurend oog te blijven hebben voor het kleine, zwakke en kwetsbare. Je persoonlijke groei naar religieuze volwassenheid straalt diepgang uit en je betrokkenheid bij alles wat onze congregatie beweegt houdt je constant alert. Je bent een fervente voorstandster van verdiepte zingeving in de pluriforme beleving van ons Ora et Labora.

Henk
Zr. Emmanuël wordt in 1862 belast met de waarneming van de hoogste post in de congregatie, om uiteindelijk bij het kapittel van 1864 definitief gekozen te worden tot 3e algemene overste en dus tevens huisoverste van het moederhuis. Over haar inspiratiebron en levensvisie lezen we eigenlijk bitter weinig in de archieven. We kunnen beter afgaan op wat ze tot stand heeft gebracht. Als je dat allemaal overziet, kun je tot geen andere conclusie komen nl. deze…..spreek altijd met een diep respect de naam zuster Emmanuël de Gier uit. Tussen 1864 en 1894, haar 30-jarige bestuursperiode, weet ze grootscheepse verbouwingen te realiseren in en rond het moederhuis met de vergroting van de kapel, een nieuwe binnenschool, de nieuwe boerderij, bakkerij en andere bijgebouwen, de aanleg van het kloosterkerkhof, een nieuwbouw van het gasthuis en de kweekschool, aankoop van diverse woningen in en rond het kloostercomplex, de stichting van het rectoraat en de ontkoppeling van het pastoraat van de Servatiusparochie en het rectoraat van de congregatie. In 1890 viert ze haar gouden kloosterfeest en heeft een jaar daarvoor haar zilveren jubileum als algemene overste gevierd.
Een veelzeggende anekdote uit de kronieken is de volgende: op een dag komt de zuster econoom bij haar langs met de mededeling dat de geldmiddelen absoluut ontoereikend zijn, zodat men rekening moet houden met onvermijdelijke teleurstellingen. Zr. Emmanuël antwoordt: “Houd moed zuster, O.L.Heer is rijk genoeg en ’t is toch tot zijn eer dat we ’t bouwwerk ondernemen. Ik ga er onze grote patroon den H.Joseph eens voorspannen. Ze begeeft zich naar de kapel en bid er dringend en vurig. Kort daarop wordt er gebeld en een deftig uitziende heer overhandigt de portierster een gesloten enveloppe met de woorden….asjeblieft zuster, een boodschap van iemand die onbekend wenst te blijven! Het bleek om een bedrag van f 500 te gaan.
Veel van dit soort typische anekdotes komen waarschijnlijk voort uit mondelinge overlevering en ze zijn uiteindelijk vastgelegd in het jubileumboek van 1926.
Zr. Emmanuël sticht maar liefst 15 kloosters, 14 in Brabant en 1 in Overijssel met als laatste stichting het klooster Sint Barbara in 1894. Op 16 augustus van dat jaar vraagt ze haar ontslag aan. Ze overlijdt de 24e november 1907 op 86-jarige leeftijd in het door haar zelf gestichte Barbaraklooster. De 24e november van dit jaar zou dus haar 100e sterfdag herdacht kunnen worden. Een van haar voortdurende zorgpunten is de kwaliteit van religieus leven geweest van elke zuster individueel, op basis van de regelgeving en constituties.

Zr. Agnes
Terwijl zr. Emmanuël vele kloosters mocht stichten ben jij Truus genoodzaakt, in overleg met ons, beleid uit te zetten gericht op inkrimping en afbouw. In een uitgebreid interview heb je eens gezegd….”ik lijd niet onder het proces van inkrimpen”. Daarin herkennen we je realistische kijk op alle hedendaagse ontwikkelingen. Van de ruim 50 kloosters die we ooit hadden zijn nu de meeste gesloten. Je lanceerde eens heel nuchter de uitspraak: “Dit komt op onze weg. Je moet er mee leren omgaan”. Je hebt ook een boeiende kijk op het ouder worden. In je interview in 2000 zeg je nog: “Ouder worden zie ik echt niet als een probleem, zoals het in de huidige maatschappij vaak wel gezien wordt. Natuurlijk brengt het lichamelijke beperkingen met zich mee, maar ik zie het als een voltooiing van een mensenleven. Ik vind oudere mensen echt schitterend. Ze stralen rust en tevredenheid uit en kunnen soms zo ontzettend goed relativeren. Het komt nu binnen de kloostermuren neer op uitdrukkelijke zorg voor elkaar!”.

Henk
Interessant is ook om te constateren hoe de onderlinge verhoudingen in beide perioden structureel anders zijn. In de bestuursperiode van zr. Emmanuël zou je misschien mogen spreken van een duidelijk eenrichtingsverkeer, een soort top-down-organisatiemodel. De zeereerwaarde moeder met haar assistenten en de eerwaarde moeders van de diverse communiteiten dicteerden veel, zo niet alles. De leefregel was de belangrijkste inspiratiebron en drijfveer van alles wat men ondernam en aan regelingen trof. Zr. Emmanuël zelf sprak over ‘grondspreuken’, terwijl wij nu liever de term ‘grondinspiratie’ hanteren maar het leek toch allemaal vrij maternalistisch georganiseerd.
Weinig overlegstructuren, geen tussenlagen, geen commissies en een vrij eenvoudige administratie. Hoe anders en complexer is dit inmiddels geworden. Maar….alle medezusters uit het verleden hebben uiteindelijk wel de hechte basis gelegd voor wat de congregatie nu is!

Zr. Agnes
Na het vernieuwingskapittel van 1968 en alle kapittels daarna is heel veel in een stroomversnelling terechtgekomen en heeft de democratisering binnen de congregatie, de mondigheid en verzelfstandiging van de leden terecht een hoge vlucht genomen. Jij Truus bent jezelf, evenals je voorgangsters zuster Veronique en zuster Florentina, daarvan voortdurend bewust geweest en hebt in de voorbije 12 jaren steeds een open oog en een luisterend oor gehad om alles wat er op je weg kwam te kunnen analyseren. Bij officiële gelegenheden ventileerde je soms het een en ander van je gedachtegoed, hetzij in nieuwjaarstoespraken, binnen onze liturgische vieringen of bij andere geschikte gelegenheden. Je hebt je dan ook in al die jaren geprofileerd als een democratisch denkende, meevoelende en meedenkende vrouw, die anderen graag mee aan het denken zet. Jij kiest bewust voor een strategie van onderaf; in organisatietermen gesproken gaat je voorliefde uit naar het bottom-up-model en je feeling voor grote structuren en verfijnde kijk op de hele werkorganisatie in al z’n vertakkingen is een van je speerpunten van beleid geweest. Geweldig wat je, samen met de andere beleidsmakers, hierin tot stand hebt gebracht en een organogram ontwierp met daarin drie vertrouwde hoofdlijnen nl. de centrale as nl. het leven van de zusters met aan weerskanten de ondersteuning van het pastorale team en alle medewerkers binnen die grote werkorganisatie. Je gebruikt daarbij vaak de symboliek van het weven en het weefproces in al z’n facetten en onze verwevenheid met elkaar, waarin sleutelbegrippen als warme aandacht voor elkaar, onderlinge saamhorigheid, gevoeligheid voor kwetsbaar en broos leven, soepelheid en humor als franjes in het leven van alledag en de veelkleurigheid en pluriformiteit opvallend doorklinken. Samen kunnen we immers beter besturen. Een goede onderlinge communicatie is daarbij goud waard. In een harmonieus weefproces kan de ene dienst niet zonder de ander, vult de een de ander aan en draagt iedereen zijn eigen steentje bij en bouwen we allemaal samen aan een congregatie waarin elke zuster zich thuis voelt, zich geborgen en beschermd weet.

Truus tot slot……van Zuster van Liefde zul je heten…..tot Zuster van Liefde zijn….het is een grondgedachte die je overal zelf voorleeft en probeert uit te dragen. We wensen je Gods rijkste zegen over de komende bestuursperiode, een goede gezondheid om je verantwoordelijke taak dag in dag uit te kunnen volbrengen en we willen je namens de hele gemeenschap van harte feliciteren met dit prachtige gouden kloosterjubileum. Bedankt voor je formidabele inzet voor onze congregatie. Het ga je bijzonder goed!


Schijndel/Vught, 6 maart 2007
Zr. Agnes Vos
Henk Beijers