De nood van de een is de opdracht voor de ander: Jacobusklooster in Eersel
Respect voor het verleden
Inspiratie voor de toekomst
Stilstaan in het heden
DE NOOD VAN DE EEN IS DE OPDRACHT VOOR DE ANDER
Dit levensmotto heeft Petrus Jacobus de Kort (1831-1899), leerlooier en burgemeester van de gemeente Eersel, geïnspireerd om 6,5 ha grond aan de Dijk, waar nu onder andere het gemeentehuis gevestigd is, na zijn dood beschikbaar te stellen om vormen van liefdewerk mogelijk te maken.
Op deze grond heeft lang een schuurkerk gestaan. Vanaf het einde van de tachtigjarige oorlog (1568 tot 1648) tot aan de tijd van koning Lodewijk Napoleon (1778-1846) zijn Brabant en Limburg generaliteitslanden. De katholieken kerken worden gebruikt door de protestantse minderheid en aan de katholieke bevolking wordt oogluikend toegestaan om in de schuur- of schuilkerken haar geloof te belijden.
De toenmalige pastoor H. Schoenmakers deelt in het jaar 1901 vol trots vanaf de preekstoel mee, dat er een liefdegesticht gebouwd wordt en dat de "Zusters van Liefde van Jezus en Maria, Moeder van Goeden Bijstand te Schijndel" het klooster gaan bewonen. In november van het jaar 1902 betrekken de eerste 6 zusters het nieuwe St.-Jacobusgesticht aan de Dijk. Dit als opdracht vanuit de Joods-Christelijke traditie, die sterk verankerd is in het katholieke kloosterleven, namelijk je naaste liefhebben als jezelf en op deze manier God te dienen.
ORA et LABORA: BID en WERK
Voor de zusters van het St.-Jacobusgesticht betekent dit steeds nieuwe initiatieven (liefdewerken) ontwikkelen om mensen met wisselende noden te helpen. De eerste opdracht voor de zusters is beginnen met het katholiek onderwijs voor meisjes en de zorg voor "ouden van dagen". Vanaf de oprichting in 1903 tot in de zeventiger jaren van de 20ste eeuw hebben de zusters de kleuter- en de lagere "St.Jacobus meisjesschool" vormgegeven.
De nood in de eerste helft van de 20ste eeuw is de volksziekte nummer een, namelijk tuberculose. De zusters zien hierin een opdracht en het St. Jacobusgesticht krijgt tevens de functie van sanatorium om TBC-patiënten te verplegen. Enige jaren later starten de zusters vormen van wijkverpleging op en de verzorging van overledenen in de gemeente Eersel. In 1908 verandert de nood in de samenleving. Steeds meer kinderen komen naar het St.-Jacobusgesticht om lichamelijk aan te sterken.
Dit is de start van de latere gezondheidskolonie. De behoefte aan een dergelijke voorziening voor kinderen is zo groot dat het de congregatie dwingt, naast het St. Jacobusgesticht, een gezondheidskoloniehuis te bouwen. In het jaar 1926 wordt de "Rooms-Katholieke Gezondheidskolonie" ingezegend door Mgr. A.F. Diepen, bisschop van 's-Hertogenbosch.
De "Gezondheidskolonie" verwerft internationale vermaardheid. Rector L. Weijers ontvangt in de jaren 30 van de 20ste eeuw een delegatie van de toenmalige Volkerenbond. In de periode van 1926 tot 1956 verblijven ruim 40.000 kinderen, gedurende een periode van 6 weken, in de gezondheidskolonie. In 1927 wordt een afdeling, genoemd naar de heilige Don Bosco (beschermheilige van de jeugd in nood), ingericht voor "zwakzinnige" kinderen. Dit is het begin van wat later zal uitgroeien tot de instelling "De Donksbergen" (nu onderdeel uitmakend van de M&P zorggroep).
De Nood van de een is de opdracht voor de ander. Dit betekent dat tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), waarin Nederland neutraal blijft, veel Belgische vluchtelingen een beroep doen op de zusters in Eersel. Koningin Elisabeth van België schenkt uit dankbaarheid een bronzen medaille aan de toenmalige moeder-overste. Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik brengen in deze periode een bezoek aan de Belgische vluchtelingen in Eersel.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) betekent dit motto: onderdak bieden aan veel Duits-joodse kinderen die op de vlucht zijn voor het Nazi-regime. In dit verband mag zeker de naam van de heer J. van Mackelenbergh van het "huisvestigingscomité" gevestigd in 's-Hertogenbosch zeker niet vergeten worden.
Een donkere bladzijde in de historie van het klooster en de gemeente Eersel is dat deze joodse kinderen hier niet veilig blijken, en opgepakt en gedeporteerd worden naar de verschillende concentratiekampen. Is het verraad geweest of een vorm van plichtsbetrachting van overheidsdienaren?
Of zijn er andere factoren geweest waarom betrokken mensen lijdzaam hebben toegezien hoe deze kinderen weggevoerd zijn. Ilse Brühl en de zusjes Annemarie en Elfriede Goldschmidt overleven deze concentratiekampen niet. Ursula en George Levy worden op weg van Auschwitz naar het kamp Theresienstadt door de Russen bevrijd en komen na de oorlog, tot 1947, weer in het klooster aan de Dijk wonen. In dit jaar verhuizen ze naar de Verenigde Staten waar een oom en tante hen adopteren. Voor beiden is Eersel een soort thuisdorp geworden.
In de loop van de oorlog wordt onderdak verleend aan een aantal onderduikers, Engelse piloten en veel vluchtelingen, waaronder de 80 studenten van het klein seminarie "Beekvliet", uit St. Michielsgestel en de TBC-patienten van sanatorium "Kalorama" uit Beek bij Nijmegen in 1944. De zusters lopen door hun gastvrijheid grote risico's voor represailles van de Duitse bezetter. Ook talrijke vluchtelingen, die voor het oorlogsgeweld moeten vluchten, zijn in Eersel welkom. Zr. Reinildis, in de oorlog de moeder-overste van het klooster, is voor haar moed door de toenmalige Engelse militaire autoriteit onderscheiden.
Daarom is er een straatnaam naar haar vernoemd. Dat het soms niet eenvoudig is te erkennen dat "je naaste degene is die jou het hardst nodig heeft", ondervinden de zusters in 1945 wanneer een groep van 150 kinderen, waarvan de ouders lid of sympathisant zijn geweest van de NSB en daarom geïnterneerd zijn, in het klooster niet welkom is.
In 1953 doen slachtoffers van de "Watersnoodramp" in Zeeland, Zuid Holland en West-Brabant, niet tevergeefs een beroep op het klooster in Eersel. Een 90-tal vluchtelingen krijgt onderdak. Het motto: "de nood van de een betekent een opdracht voor de ander" inspireert de zusters in 1956 hulp te geven aan een nieuwe doelgroep, namelijk "zwakzinnige kinderen". Op de vraag van de toenmalige "B.O.-bond" (buitengewoon onderwijs) wordt Huize "De Kindervriend" opgericht.
Aan kinderen met een verstandelijke beperking wordt voor telkens een periode van 6 weken, onder begeleiding van hun eigen onderwijzers, een vakantie aangeboden. Dit ook om hun ouders te ontlasten. Tegelijkertijd wordt in andere gedeelten van het koloniehuis "Huize St. Jozef" opgericht. Dit ook op verzoek van de toenmalige hulpbisschop Mgr. W. Bekkers. Dit nieuwe instituut geeft verzorging en verpleging aan die kinderen die 24 uur zorg behoeven. "Huize De Kindervriend" wordt in 1959 al opgeheven en de ruimtes worden toegevoegd aan "Huize St. Jozef".
In 1967 worden in de bossen van Duizel aan de Berkvenseweg, 2 paviljoens, voor 156 kinderen, geopend. Ook een school voor zeer moeilijk lerende kinderen (Groote Aard) wordt onder auspiciën van de zusters op de nieuwe locatie in Duizel gebouwd. In 1947 trekken de zusters zich terug en dragen het erfgoed van "Huize St. Jozef" over aan de stichting "De Donksbergen" en verhuizen de laatste zusters naar het nieuwe onderkomen in Duizel. In 1981 wordt door een brand de verhuizing van het gedeelte van de Donksbergen, dat nog in Eersel aan de Dijk gevestigd is, naar Duizel versneld gerealiseerd. Enkele buitenhuizen met haar bewoners blijven in Eersel.
Volgens de aktes van 1901 is een groot gedeelte van de grond aan de Dijk, door het vertrek van de laatste zusters, weer in het bezit gekomen van de St.-Willibrordusparochie, die deze grond doorverkoopt aan de gemeente Eersel.
Een gedeelte van de grond heeft eerder al een bestemming gekregen door de huisvesting en verzorging van ouderen in "De Wiekenborg". Aan de oorspronkelijke doelstelling in 1902, "de opvang van behoeftige ouderen" wordt hiermede weer ruimschoots voldaan. De grondslag voor een eeuw zorg in de Kempen en de grondslag voor De Donksbergen is hiermede gelegd door de zusters van de Congregatie van Schijndel. De samenleving heeft de zorg overgenomen en de zusters kunnen met een gerust hart afscheid nemen. Hun taak zit er in Eersel op.
Het comité: Kees Cornelissen - Ton Cox - Thea Moors - Piet Timmermans