Uit het kloosterarchief van onze zusters [8]

Leuke anekdoten vanuit het lezerspubliek

geslaagden.jpg De verschenen artikelen roepen toch iedere keer weer nieuwe reacties op. Leuk is dat, want dan krijg je historische details te horen of te lezen die anders nooit de openbaarheid bereiken. Zo meldde een zekere Marietje, beter bekend als Miek en binnen de familie als Puck Groenendaal-Broeren uit Den Dungen zich telefonisch, om mee te delen dat ze het prachtig vond dat de aan haar geschreven briefkaart uit 1944 in artikel 7 was afgedrukt. Die opmerking had een staartje, want er volgde een uitgebreid interview met haar. Ze heeft in haar jeugdjaren, samen met nog drie zussen, inderdaad haar mulo- en kweekschooltijd doorgebracht bij de Zusters van Schijndel. Haar broer Piet werd later zelfs kweekschooldirecteur. In dat gesprek schetste ze een sfeerbeeld van haar belevenissen en persoonlijke ervaringen uit die studieperiode.

Terugkijkend concludeert ze voor zichzelf dat ze, in tegenstelling tot haar oudere zus die op het maandrapportje alleen maar tienen haalde op alle onderdelen, met enige schrik en beven uitkeek naar die maandelijkse rapportage. Ze bleef regelmatig op zessen steken en besloot ’n keer een maand lang haar allerbeste beentje voor te zetten en een voorbeeldige kwekeling te zijn. Ze deed alles supergoed, gedroeg zich correct, uitermate beleefd, alles exact volgens de bestaande strenge regelgeving, maar het mocht niet baten. Tot op de dag van vandaag weet ze nog niet, waarom juist zij maar bleef hangen op zessen! Er waren onder haar klasgenoten hele volgzame meisjes, maar Miek had er wat moeite mee zich volledig te plooien naar de heersende wetten en regels en uitte van tijd tot tijd de nodige kritiek. Ja, dat strookte niet met de opvattingen van de zusters en het normen- en waardenpatroon op de toenmalige kweekschool.

Haar klas heeft op een dag een lelijke aanvaring gehad met de directrice zuster Ancelma naar aanleiding van een liedje, geïntroduceerd door een zekere Anna de Haas uit Son, dat met enige regelmaat door de gangen of over de speelplaats klonk. De strekking van het lied kwam er op neer, dat men soms een gruwelijke hekel aan al dat gestudeerd had, want ‘blokken’ zou men! Dit ludieke protest viel niet altijd en overal in de smaak. De tekst was als volgt: “Op ons studje moet je wezen, op ons studje moet je zijn. Daar staat op de deur geschreven, heel veel studie en chagrijn. Op onz’ boeken klein en groot, sjouwen wij ons eigen dood. O allerakeligst studje, ik haat je zo!” Met het ‘studje’ werd de studiezaal bedoeld. Degenen die in die jaren op de kweekschool zaten en deze tekst lezen, zullen zich vast nog wel de impact en draagwijdte van deze versregels voor de geest kunnen halen. interieur.jpg

Zuster Ancelma, kennelijk geïrriteerd door deze ‘klaagzang’, hield op haar beurt een soort ‘donderpreek’ en liet de groep eenzaam en alleen achter met haar uitspraak: “Als jullie zo’n hekel aan studeren hebben, dan hoef je van mij écht niet meer te studeren, hoor!” De dreiging in haar stem ontging niemand en de hele klas werd drie kwartier lang aan haar lot overgelaten. Dat leidde tot een soort collectief gewetensonderzoek en de slotconclusie moest zijn….laten we maar weer ijverig aan de studie gaan! De pedagogische en psychologische aanpak van de kweekschooldirectrice, hoe hard misschien ook, had effect gehad.
Voor de jonge interne kwekelingen was bezoek van buitenaf, tussen de schoolvakanties in, een volledig taboe, de te verzenden brieven werden meestal door de zusters gecensureerd, kranten mocht men niet lezen en de dagorde was zodanig, dat men van ’s morgens 6.00 uur tot ’s avonds 21.30 voortdurend in touw was met lessen volgen, studeren, sporten, ontspanning, een variatie aan huishoudelijke werkzaamheden en bidden. Toch ziet Miek met genoegen terug op haar studietijd, waarin ze een prima opleiding heeft gekregen en de strenge regelgeving van toen paste helemaal in de sfeer van die tijd.

docenten.jpg

Nieuw stukje archief aangeboden
Een tweede reactie uit het lezerspubliek kwam van zuster Clara die in het administratief archief van de congregatie, gevestigd op de Mariahoeve, de verkoopakten lichtte van de twee 19e-eeuwse huizen tegenover het moederhuis die op die foto stonden nl. dat van de familie Verkuijlen en Van Stralen. Hiermee zijn we weer wat nieuwe details te weten gekomen over die panden. Op 22 mei 1917 blijkt met Henricus, Gerardus en Henrica Verkuijlen te zijn overeengekomen dat zij het huis met leerlooierij, kadastraal bekend onder C 3776, gratis mogen blijven bewonen zolang zij of een van hen dit verlangt. Op het moment dat de congregatie het huis in gebruik zal nemen, zal men jaarlijks aan de gezamenlijke kinderen f 100,- uitbetalen en tenslotte zal de rector van het moederhuis, tot zielenrust van Andreas Verkuijlen, zijn echtgenote en hun eigen en aangehuwde kinderen, viermaal per jaar een H. Mis lezen over een periode van 30 jaren.
Op 15 maart 1927 zijn het Adrianus en Catharina Van Stralen die aan de toenmalige algemene overste, zuster Theodora Slits, huis, bakkerij, stallen, schuur en tuin kadastraal bekend onder nummer C 1921 en 1922 verkopen, in ruil voor kost en inwoning, verpleging en verzorging, vuur en licht en geneeskundige behandeling. Fijn dat mensen via dit soort reacties meedenken met en meewerken aan de geschiedschrijving rond het leven en werken van de zusters in de Schijndelse samenleving.
 
De onderwijzeressenopleiding
In het vorige artikel is een vergelijk getrokken met de normaalschool zoals die ook bekend was bij de Zusters van de Oude Dijk te Tilburg. Om te bewijzen dat ook in Schijndel zeker sprake moet zijn geweest van een educandaat, als vervangende term voor normaalschool, brengen de oude administratieve archieven van de congregatie uitkomst. In een kasboek met ontvangsten en uitgaven over de periode 1873-1893 staan een serie bedragen genoemd betreffende het kostgeld der ‘educandinnen’ of kwekelingen. De genoemde bedragen variëren van f 1181,33 aan ontvangen kostgeld in 1873 tot en met f 3037,65 in 1893. Dat zou betekenen dat in die 20 jaren het aantal studerende meisjes beduidend is toegenomen. Jammer genoeg vinden we nergens een basisbedrag voor kost en inwoning terug voor deze interne kwekelingen, zodat moeilijk is vast te stellen om hoeveel studenten het uiteindelijk gaat. Als afronding van hun studie legden ze een staatsexamen af. Een van de docenten aan deze opleiding voor ‘religieuze onderwijzeressen’ was de bekende heer Michels. Op 24 april 1882 krijgt zr. Emmanuel de Gier verlof om een nieuw gebouw te laten optrekken, waarvan de eerste steen wordt gelegd door pastoor van Luijtelaer. In 1896 bezit Schijndel de 2e meisjeskweekschool in den lande nl. na die van Dongen.
 
Plotseling overlijden van de stichter
Pastoor van Erp is primair natuurlijk de dienstdoende pastoor van de Servatiusparochie. Uit dien hoofde is zijn zorg voor zijn parochianen een pastorale plicht, die hij zeer serieus neemt. Een heel bekend wapenfeit van hem was de oprichting in 1854 van de nu nog bestaande Vincentiusvereniging, geïnspireerd door de noden van toen. Een lofwaardig initiatief in die dagen. Het tekent zijn inzet, inspiratie en visie.

pau_pak.jpg Vanuit zijn pastorale opdracht beseft hij ook hoe belangrijk het is regelmatig zijn zieke parochianen te bezoeken.Op 18 mei 1861 begeeft hij zich op weg naar een ziek meisje. Na het doodzieke kind wat opgebeurd te hebben stevent hij weer op die zwoele meidag op huis af en neemt de kortste weg naar zijn pastorie nl. via de Pompstraat. Hij bereikt het huisje waar een zekere Johannes Huybers en diens vrouw Paulina van der Linden wonen. Dit echtpaar kent men binnen de Schijndelse samenleving beter als Hannes Pak en Pau Pak, een ‘scheldnaam’ die ze te danken hadden aan het pak linnengoed waarmee ze langs de deur ventten om zo de kost te verdienen.

Daar aangekomen voelt pastoor van Erp zich duizelig worden en vraagt bij Pau Pak even te mogen rusten. Nu verblijft op dat moment een zekere meester van Bremen, een kostganger, bij Pau Pak [Hannes was al overleden]. Tot zijn grote verbazing ziet die de pastoor ineen zakken. Dodelijk geschrokken rent hij met een stoel naar buiten en hijst de gevallen pastoor overeind. Hij wordt naar binnen gedragen. Iedereen is van streek, alleen van Bremen houdt het hoofd koel. Hij stuurt iemand naar de pastorie om een van de kapelaans te waarschuwen, zodat die het Sacrament der Stervenden nog kan toedienen. Een ander stuurt hij naar dokter Bolsius, de plaatselijke geneesheer in die tijd. Hij gaat over tot een aderlating.

Al snel wordt hem duidelijk dat de beroerte de pastoor fataal zal worden. Als een lopend vuurtje gaat de tijding door het dorp, dat de pastoor er heel slecht aan toe is. De algemene overste zuster Séraphine en een van haar assistenten zuster Emmanuël de Gier snellen naar de Pompstraat om hun in levensgevaar verkerende stichter nog te kunnen begroeten. Helaas….ze zijn te laat. Buurtbewoners komen hen al tegemoet gelopen om het treurige bericht van het overlijden van pastoor van Erp wereldkundig te maken. Diep bedroefd keren de beide zusters naar het moederhuis terug en men ervaart dit sterven als een zware slag voor de jonge congregatie. Hij was immers hun steun en toeverlaat. Ook de Servatiusparochie verloor in hem een bijzonder ijverige herder. In hetzelfde jaar zou de congregatie haar zilveren feest gevierd hebben, maar aangezien in de archieven geen spoor te vinden is van festiviteiten, mag aangenomen worden dat men heeft afgezien van een vreugdevolle herdenking, nu de stichter zelf er niet bij heeft kunnen zijn! graf.jpg


Een kwart eeuw hebben zowel de pastoor als de zusters zelf hun beste krachten gegeven aan de Schijndelse samenleving. Het respect voor de stichter en zijn religieuzen is sterk gegroeid en hun plaats in de samenleving is al niet meer weg te denken. Schijndel vaart er wel bij. Het jonge klooster wordt door krachtdadige geïnspireerde vrouwen geleid, energiek ondersteund door betrokken rectoren als geestelijke leidsmannen en vanuit het moederhuis worden langzaam maar zeker nieuwe stichtingen gerealiseerd buiten Schijndel.

prent.jpg

wordt vervolgd
voor reacties archiefcollectie@home.nl of 073 – 657 99 15 Heunpark 1021 5261 WB Vught