Uit het kloosterarchief van onze zusters [15]
Reacties uit het publiek Hoe vaak wordt in contact met mensen niet gezegd….wat is de wereld toch klein. Je raakt in gesprek met iemand en dan blijkt opeens dat je of familie van elkaar bent of elkaar in een ander verband al eens hebt ontmoet en noem maar op. Zo trof ik op het Brabants Historisch Informatie Centrum, voorheen het rijksarchief van Noord Brabant in ’s-Hertogenbosch een zekere Truus Verreijken uit Milheeze. Al pratend over ons historisch werk viel het woord ‘Schijndelse kweekschool’. Ze was er destijds intern en vindt dat de zusters die op de kweekschool werkzaam waren de internen aardig wat bewegingsruimte gaven. Het was weliswaar een gedisciplineerde omgeving, maar als ‘internen’ mochten wij best veel, aldus Truus. Ze is zo vriendelijk geweest het foto-album uit haar studententijd er nog eens op na te slaan en heeft me een serie aangeboden uit beginjaren ’60 van de vorige eeuw. Dat is weer een mooie aanvulling op wat we aan kweekschoolfoto’s al in onze documentatie hebben zitten beginnend vanaf 1890. De foto’s die in het moederhuis in het kloosterarchief aanwezig zijn lopen slechts door tot ca. 1960 en daarna houdt het ineens op. Voor de latere periode zijn we dus afhankelijk van anderen. Maar……als het eerste schaap over de dam is volgen er meestal meer. Ik zou daarom iedereen die dit leest en net zoals Truus Verreijken ergens tussen de jaren 1960-1985 op de Schijndelse kweekschool, later Pedagogische Academie, heeft gezeten, willen verzoeken eens oude foto’s…. en met name specifiek groepsfoto’s (!) van eindexamenklassen….. boven water te halen en zo mee te bouwen aan een doorlopende fotoreportage van zowel de interne als externe leerlingen van de Schijndelse kweekschool, liefst met een overzichtelijke namenlijst van wie op de foto staan. Als we daarvan scans zouden mogen maken, dan kan dat op termijn een boeiende verzameling worden, die we dan als heemkundekring voor de generaties na ons kunnen beschrijven, archiveren en bewaren. Voor reacties….zie de aanwijzing aan het einde van dit artikel en reeds bij voorbaat dank! |
|
|
|
|
|
De laatste bestuursperiode van zr. Emmanuël de Gier De viering van het gouden feest in 1886 is er waarschijnlijk mede aanleiding toe geweest dat van verschillende kanten parochiegeestelijken bij het moederhuis aankloppen om zusters voor het onderwijs en de ziekenzorg te kunnen krijgen. Met name het mandement uit 1868 van de Nederlandse bisschoppen die met elan en ongekend krachtig streven naar ‘katholiek onderwijs voor het katholieke kind’ zal pastoors extra geïnspireerd hebben om aanvragen in te dienen bij het hoofdbestuur van de Schijndelse congregatie. De algemene oversten en haar assistenten moeten steeds opnieuw een afweging maken….welke aanvraag wel en welke niet honoreren. Welke criteria men daarbij heeft gehanteerd en welke overwegingen uiteindelijk de doorslag hebben gegeven is in het kloosterarchief niet terug te vinden. Wat dat betreft is men óf uiterst sober geweest qua verslaglegging óf veel van die informatie is misschien inmiddels op een of andere manier verdwenen. Bekend is bv. dat men in de Tweede Wereldoorlog delen van het kloosterarchief uit voorzorg heeft ondergebracht in particuliere huizen. Van die woningen zijn er echter een aantal tijdens de granaatweken van september-oktober 1944 getroffen en behoorlijk beschadigd, zo niet helemaal verwoest, waardoor archieven zijn verloren gegaan. Wat de stichtingen betreft onder zr. Emmanuël …..in nr.12 uit deze artikelenserie is hiervan al een volledig overzicht gegeven. De Zusters van Schijndel slaan hun vleugels steeds verder uit en centraal aangestuurd vanuit het hoofdbestuur o.a. via periodieke circulaires voor alle huizen, zetten zij zich moedig en met grote toewijding in voor alle liefdewerken. Hun naamsbekendheid groeit en het aantal jonge meisjes dat zich geroepen voelt zich bij deze actieve congregatie aan te sluiten groeit. Op de kweekschool is dit meteen merkbaar. Daar wordt onder de bezielende leiding van zr. Innocentia Eijken krachtig gewerkt aan een optimale onderwijzeressenopleiding, mede ten gevolge van de nieuwe onderwijswet van 1889 waarin het immers wordt verboden het lager onderwijs in handen te geven van ongediplomeerden, een maatregel waarvan de strikte naleving door de onderwijsinspecteurs van toen, beter bekend als ‘schoolopzieners’, nauwlettend in de gaten wordt gehouden. Het aantal zusters-staatsonderwijzeressen met óf hoofdakte óf hulpakte is in die dagen nog niet al te groot. Op iedere school wordt volgens de nieuwe richtlijnen geacht dat minimaal één zuster aanwezig is met hoofdakte. Dit is vast en zeker een krachtige impuls geweest om het opleidingsniveau in die dagen stevig aan te pakken en nieuw beleid uit te zetten. |
|
De kweekschoolgroep uit 1890-1891 waarvan er later veel zijn ingetreden met precies in het midden |
|
Een voorbeeld van een onderwijsakte uit 1890 van de Bergeijkse Maria Petronella Aarts, |
|
Een dubbel jubileum in 1890 Wie de kans heeft zoals ik om diep in het kloosterarchief te duiken komt automatisch tot een interessante ontdekking t.a.v. allerlei jubileumvieringen. Het vieren van feesten hoort als het ware onlosmakelijk bij de congregatie. Dat was, is en zal blijven totdat de laatste zuster van Schijndel haar rustplaats gevonden zal hebben. Het is fantastisch om te zien hoe intensief die feesten worden voorbereid, hoe creatief men is in het maken van oorkonden, schrijven van meerstemmige liederen, illustreren van feestgidsen, rijmen en dichten, bedenken van toneelstukjes, aanbrengen van versieringen, het samenstellen van feestelijke liturgische bijeenkomsten in de grote kapel en noem maar op. Er zijn talloze voorbeelden van te vinden in het archief. Natuurlijk….in de congregatie beschikt men met zoveel zusters onderwijzeressen, verpleegsters en zusters van huishoudelijke diensten over een enorme variëteit aan talenten op velerlei gebied zoals kalligrafie, fraaie handwerken, schilderkunst, beeldhouwen, handvaardigheid, poëzie, zangkunst, allemaal garanties voor het welslagen van grotere of kleinere feestvieringen. Maar dat feest-vieren heeft een diepere achtergrond. Het zijn voor de zusters echt momenten van ontmoeting, bezinning, het gevoel van onderlinge verbondenheid en gemeenschapszin, respecteren van elkaars inzet en kwaliteiten en men grijpt daarom graag elke gelegenheid aan om hier uiting aan te geven. Zo ook op 19 januari 1890, de dag van het patroonfeest van de zittende algemene overste. Men viert allereerst het gouden kloosterfeest van zr. Emmanuël de Gier, die op 6 februari 1840 was ingetreden en tegelijkertijd herdenkt men haar zilveren ambtsjubileum als algemene overste. De kroniekschrijfster van die dagen verwoordt het als volgt in enigszins dichterlijke bewoordingen: “Vooral bij deze gelegenheid bleek nog eens te meer hoe groot en eervol de plaats was, die de beminde algemene overste innam in de harten van de zusters niet alleen, maar ook in die van een breede schaar vrienden buiten de congregatie. Feestliederen, toespraken en gelukwenschen in allerlei vorm waren de voerbanen, waarlangs gevoelens van liefde en dank, van vreugd en waardeering een uitweg kozen. Prachtige en waardevolle geschenken stroomden naar ’t moederhuis en demonstreerden op overtuigende wijze, hoeveel warme toegenegenheid en oprechte hoogachtig de algemene overste zich in wijden kring had verworven”. Op de kweekschool wordt door zusters en kwekelingen maandenlang geoefend, uiteindelijk resulterend in het kerstnachtoratorium van Heinrich Muller door de zusters van het zangkoor van het moederhuis met op de achtergrond allerlei tableaus-vivants door de internen van de Schijndelse kweekschool. In het memoriaal van de congregatie lezen we dat er een volle week feestgevierd is! |
|
![]() |
![]() |
De gedachtenisprentjes van zuster Emmanuël bij gelegenheid van haar gouden feest en haar overlijden | |
Zuster Emmanuël vraagt ontslag aan Op de dag van het overlijden [15.1.1891] van zuster Juliana van Boxtel, op dat moment de 1e assistente van de algemene overste en novicenmeesteres van de congregatie, ligt zuster Emmanuël zelf zwaar ziek op de ziekenkamer. Ze verliest in medezuster Juliana een zeer trouwe maar vooral betrouwbare vervangster of vicares. Dit overlijden heeft vast en zeker invloed gehad op de beslissing van zr. Emmanuël de Gier, wier fysieke krachten toch wel duidelijk aan het afnemen zijn, om die zware bestuurstaak over te geven aan jongere zusters. Op hetzelfde moment heeft ook rector Bogaers vanwege zijn zwakke gezondheidstoestand aan de bisschop verzocht hem te ontslaan uit zijn functie. Op 1 mei 1894 treedt dan de nieuwe rector Kluytmans aan. Op 16 augustus daaraan volgend maakt de algemene overste bekend, dat ze ontslag zal aanvragen en zich verder in de stille geborgenheid van een van haar eigen stichtingen zal terugtrekken. Goed acht dagen later laat ze een circulaire uitgaan naar alle huizen, waarin ze haar besluit wereldkundig maakt. De verslagenheid is uiteraard groot, maar elke zuster respecteert haar beslissing ten volle. Als definitieve afsluiting van haar bestuurlijke loopbaan sticht zij nog op 11 september 1894 het Barbaraklooster in Wijbosch, om vervolgens tijdens het kapittel van 4 oktober van dat jaar haar functie neer te leggen en kiest men in de persoon van zr. Ignatia van Vlokhoven een nieuwe algemene overste. Aanvankelijk trekt zr. Emmanuël zich terug in het door haar gestichte klooster te Gestel onder Eindhoven, waarna ze naar verloop van tijd verhuist naar Wijbosch, waar ze op 24 november 1907 is overleden. In de komende afleveringen zal uitgebreid aandacht worden besteed aan de historie van de Wijbossche stichting! |