De bange septemberdagen 1944 |
Het interessante boek over de granaatweken van mijn oud-collega Louis van Dijk, dat destijds als ‘een zoet broodje over de toonbank is gegaan’, bevat een heel gedetailleerd stuk Schijndelse historie op basis van diverse kronieken over de periode 17 september tot en met 23 oktober 1944. Een gedegen studie waaraan veel nauwgezet onderzoek aan ten grondslag ligt. Ook de Wijbossche situatie komt er regelmatig in terug. Voor de geschiedschrijving van het oude Barbaraklooster heb ik echter besloten de belevenissen van de zusters en de binnen gestroomde evacués toch een aparte plaats te geven in deze artikelenserie. Ik baseer me daarbij op twee kronieken waarvan een aantal details niet zo uitdrukkelijk in het boek over de granaatweken staan opgenomen. Ze zijn anoniem opgetekend. Ze bestrijken ook niet de volledige periode maar in hoofdzaak de verslaglegging van de dagen tussen 17 tot 27/28 september. Wie deze sfeerbeelden, de angst, de zorgen en soms misschien wel radeloosheid op zich laat inwerken, kan enigszins inschatten wat de zusters en vele anderen uit de Wijbossche bevolking in die dagen hebben moeten doormaken. Uit respect voor de mensen die in die dagen zoveel doorstaan hebben laat ik daarom, overigens in een vrije bewerking van de basisgegevens, het ‘journaal’ van die dagen volgen, specifiek handelend over de bewoners van Barbara zelf en degenen uit de directe omgeving die er hun toevlucht hebben gezocht en de daarop volgende trieste en tevens levensgevaarlijke [uit]tocht naar veiliger oorden. |
zondag 17 september |
De invasie begint. De zusters hebben die dag een zgn. recollectiedag, hetgeen berekent dat ze de hele dag doorbrengen in stilte, in gebed, bezinning en het [voor]lezen van geestelijke lectuur. Al vroeg in de morgen wordt de geestelijke lezing die in de refter of eetzaal plaatsvindt bruut verstoord door gebrom van vliegtuigen. Het is druk in de lucht. ’s Middags rond 2 uur signaleert men weer een grote serie laag overvliegende vliegtuigen. Vanuit het moederhuis is al een telefoontje ontvangen om de recollectiedag af te breken en de zusters gewoon recreatie te geven [= ontspanning en vrije tijd]. Velen snellen naar buiten, enerzijds uit nieuwsgierigheid, anderzijds uit een zeker gevoel van angst. Plotseling wordt er van buiten naar binnen geroepen: “Parachutisten”. Behalve de zusters die in de kapel zitten vanwege de aanbidding van het H. Sacrament gaat iedereen buiten staan kijken om dat schouwspel in de lucht met die ‘veelkleurige reuzenparaplu’s’ van nabij mee te maken en die ‘dappere mannen’ te zien neerdalen. Rode, witte en groene parachutes….ze kleuren prachtig bij elkaar. Heel de Wijbossche bevolking, voor zover men het kon opbrengen, begeeft zich in ijl tempo naar de plaats van de landing. De gelande Tommies delen sigaretten, zeep, blikjes vlees, chocolade, ja van alles uit en dulden zelfs, dat die kostbare parachutes worden meegenomen als souvenir. De zusters hebben uiteraard ook geproefd van de cake en chocolade, maar natuurlijk niet van de sigaretten, voor zover bekend. Mensen die iets van de Tommies hebben gekregen rennen daarop trots de binnenplaats van het klooster op om hun ‘schatten’ aan de buiten staande zusters te laten zien. De sterke taffazijde weten de zusters, volgens deze kroniek, heel efficiënt aan te wenden om er misgewaden en communiepakjes van te maken voor armere kinderen. Op het gazon van de bloementuin is een groep zelfs al heel ijverig mee bezig, als op enige afstand een groep Duitsers op hen af komt lopen. Vliegensvlug wordt het spul in de grond gestopt. De vijf knechts genieten van de heerlijke sigaretten en dampen er stevig op los. Zelfs een onderduiker in de persoon van de burgemeester van Schaijk kan de verleiding van die lekkere Amerikaanse sigaretten niet weerstaan. Hij heeft samen met zijn vrouw zijn geheime schuilplaats nog maar net verlaten of hij duikt weer meteen onder bij het zien van de naderende Duitsers. Over het aantal parachutisten lopen de meningen uiteen. In de kroniek wordt gesproken over zo’n 600 die richting Eerde trekken. |
|
maandag 18 september In de nacht van 17 op 18 is het bijzonder onrustig geweest. Ook overdag hoort men het voortdurend overvliegen van vliegtuigen en het schieten van diverse kanten. De kinderen zijn vandaag al niet meer naar school gegaan. Wederom zijn er parachutisten gedaald en is een vliegtuig in brand gevlogen.
|
|
dinsdag 19 september Vandaag trekken Amerikanen door Wijbosch. Iedereen straalt van blijdschap omdat men vermoedt dat de bevrijding aanstaande is. De knechts staan bij de poort en het hekwerk om de passerende militairen verse appels en tomaten aan te bieden. Dat valt in goede aard en een van de soldaten reageert daarop met een pakje heerlijke sigaretten voor de ‘eerwaarde superieure’, de huisoverste dus, die er, naar we mogen aannemen, zelf geen enkele van opgestolen zal hebben, maar er anderen blij mee gemaakt heeft. ’s Nachts zijn alle zusters opgebleven vanwege de vele ontploffingen, die het klooster deden dreunen en schudden. Men blijft in de kloostergangen in plaats van op de slaapzalen. Voortdurend wordt gebeden om Gods bescherming voor het klooster en de bewoonsters.
|
|
woensdag 20 september De vuurgevechten nemen vreselijke vormen aan. We zien verschillende boerderijen in brand staan. De vijand schijnt weer in aantocht te zijn. Vooral rondom Eerde woeden hevige gevechten. Veel zusters brengen ook die nacht in de hoofdgang van het klooster door. Eenieder voelt diepe droefheid en verdriet als die nacht zuster Arnolda overlijdt. Volgens insiders puur van de schrik.
|
|
Donderdag 21 september Er wordt weer druk geschoten maar ons dierbare Barbaraklooster blijft gelukkig gespaard.
|
|
vrijdag 22 september Een 20-tal grote gepantserde legerwagens en een hele serie kleine Amerikaanse voertuigen komen langs ons klooster gereden vergezeld van een grote groep infanteristen. Ze komen vanuit de richting Eerde en onze knechts staan weer met appels en tomaten aan de poort. In de avonduren keert die colonne overigens terug met een groep krijgsgevangenen, die voor de Amerikanen uit wandelt. Weer blijft iedereen overnachten in de gangen terwijl in de omtrek heel veel lawaai is waar te nemen. |
|
zaterdag 23 september Vandaag komen verschillende vluchtelingen ons klooster binnen, elk uur meer en meer. Enige dagen eerder zijn ze met hun schamele bezittingen al uit hun huizen gevlucht en mochten er niet meer in terugkeren. De gebroeders van Erp maken de kelders intussen leeg. De schoolkelder wordt, ondanks de duisternis, zo goed mogelijk als schuilkelder ingericht. Er worden in ons huis zo’n 300 evacués opgevangen.
|
|
Zondag 24 september Enkele Duitsers komen ons hele huis doorzoeken op jacht naar verscholen Tommies. Ze vangen bot maar vragen ons wel om voor hen snel twee kamers langs de straatkant te ontruimen. Dat gebeurt, maar er verschijnt vooralsnog ‘geen mof’ om ze op te eisen. Stilaan loopt het Barbaraklooster vol met vijanden, ook op de boerderij en in de keuken. Regelmatig commandeert er wel iemand iets richting personeel, dat maar te zorgen heeft dat er chocolademelk en kokend water voor koffie klaar staat voor de heren. Inmiddels wordt de toren van de kerk vreselijk beschoten. Dat is vanwege strategische doeleinden wordt ons verteld. Hij krijgt een eerste voltreffer. Grote stukken vallen uit de toren naar beneden. Dat is zo doorgegaan totdat geen wijzerplaats en galmgaten meer te zien zijn. In de namiddag breekt een hevig bombardement los., zelfs zo dat we van rector Sliepen allemaal de generale absolutie krijgen en ook deelt hij uit de ciborie de nog overgebleven hosties uit. De schrik sloeg ons allen om het hart zo ging het buiten te keer. Nog steeds komen evacués binnen die onderdak vinden in de aardappelboerderij en de verwarmingskelder. Ze hebben heel hun hebben en houwen achter moeten laten. ’s Avonds volgt weer een stoet van zo’n 300 krijgsgevangenen.
|