Uit het kloosterarchief van onze zusters [23]
Als huisonderwijzeres aan de slag Onder de energieke leiding van zuster Ignatia van Vlokhoven de 4e algemene overste worden binnen haar bestuursperiode een serie nieuwe dochterstichtingen voorbereid en gerealiseerd zoals in onderstaand overzichtje te zien is: 07.05.1895 Borne 12.09.1895 Beek en Donk 15.12.1896 Sint Anthonis 14.06.1897 Beers 28.04.1898 Twello 30.06.1899 Loon op Zand 24.05.1902 Losser 05.11.1902 Eersel 13.09.1904 Lage Mierde De datum voor de opening voor het 12e klooster nl. dat te Haps is inmiddels ook al door haar vastgesteld. In die tijd komen er immers vanuit de Brabantse parochiegeestelijkheid en ook vanuit andere provincies heel veel verzoeken binnen, want iedere pastoor realiseert zich dat goed onderwijs en een kwalitatieve zorg voor zieken, bejaarden en ouden van dagen een structurele bijdrage betekent voor een gezonde lokale samenleving. Helaas, het hoofdbestuur is, gezien het aantal ingetreden zusters zowel voor de verzorgende sector als voor het onderwijs, op dat moment natuurlijk nog redelijk beperkt in haar mogelijkheden en kan slechts een deel van de aanvragen honoreren. Tegelijkertijd wordt binnen Schijndel de behoefte aan een forse uitbreiding van het moederhuiscomplex met normaalschool, binnenschool, kapel en gasthuis steeds sterker gevoeld. Ingrijpende ![]() Dat biedt de mogelijkheid om het tuingedeelte achter de Lochtenburgse voetpad, dat destijds door de dames Kluijtmans is geschonken, aanzienlijk uit te breiden, zodat het aansluit op de grote tuin. Tegelijkertijd heeft men ook de westelijke schansmuur nadrukkelijk verlengd. |
Zorgelijke momenten uit haar bestuursperiode De moederlijke zorg voor de groeiende congregatie vraagt van zuster Ignatia van Vlokhoven en haar assistenten heel veel fysieke en mentale kracht. Bovendien vinden enkele zeer ingrijpende gebeurtenissen plaats binnen het moederhuis, die de gemoederen bepaald niet onberoerd hebben gelaten. Moeder Ignatia en alle medezusters worden geconfronteerd met het verlies van drie prominent aanwezige krachten binnen het bestuur nl. zuster Joseph Bogaerts, zuster Innocentia Eyken en geestelijk adviseur en leidsman rector Kluijtmans. ![]() Ruim een jaar later, op 13 maart 1898, moet men opnieuw een voor de congregatie zeer betekenisvolle medezuster, op 53-jarige leeftijd, ten grave dragen nl. zuster Innocentia Eycken, de 2e assistente van het hoofdbestuur, eerder hoofd van de bijzondere zusterschool in het moederhuis, tevens ‘leerschool’ voor de kwekelingen en zij is bovendien verantwoordelijk voor alle onderwijszaken binnen de congregatie. Geen eenvoudige taak in die dagen als men bedenkt dat het katholiek of bijzonder onderwijs van staatswege nog niet wordt gesubsidieerd en het zal de nodige creativiteit gevergd hebben om alle financiële eindjes aan elkaar te knopen. Zij weet de praktijkopleiding van de jonge onderwijzeressen op een hoog niveau te houden en bij de examencommissies heeft de Schijndelse kweekschool, mede door toegewijde inzet van zr. Innocentia, een goede naam opgebouwd. ![]() |
Afscheid van zuster Ignatia [1848-1905] De Volgens de kroniekschrijfster van de congregatie hebben de fysieke en mentale inspanningen langzaam maar zeker hun tol geëist, temeer omdat zuster Ignatia, in 1866 ingetreden, toch al niet zo’n sterk gestel scheen te hebben. Rond Nieuwjaar 1905 wordt ze ziek, zonder dat er op dat moment enige reden tot ongerustheid bestond. ![]() Alle bestuurszaken heeft ze voor haar kortstondige ziekbed blijkbaar perfect bijgewerkt tot in de kleinste finesses. Haar karakter wordt door de medezusters die met haar geleefd hebben omschreven met termen als zachtheid, goedheid, liefdevol optreden, maar waar nodig ook een grote dosis van vastberadenheid als de omstandigheden dit eisten en er knopen moesten worden doorgehakt. Bij de uitvaart houdt rector Sanders een treffende predicatie en noemt de overleden algemene overste een lichtend voorbeeld van eenvoud, bescheidenheid, ootmoedigheid, een diep religieus besef en een hartelijke en plichtsgetrouwe Goede Moeder voor werkelijk iedereen, ook voor hen die er een geheel andere levensopvatting op na hielden. Bedroefden, treurenden, zieken en ouden van dagen wist zij bemoedigend toe te spreken. Hij memoreert in zijn toespraak aan haar Raamsdonksveerse periode en voegt er aan toe: “Welk een vuur schitterde in haar ogen als zij vertelde over de lijders aan de tyfus, van wie er zovelen in het Theresiagesticht werden opgenomen”. Hij sluit dan af met de betekenisvolle smeekbede: “Waardige vrouw, wees onze voorspreekster in de hemel, schenk ons uwe dubbele geest van kracht en liefde tot God, liefde tot de deugd, liefde voor elkaar, liefde voor het gebed en liefde voor de wetenschap”. Ook in de media is uitvoerig aandacht besteed aan haar overlijden o.a. in de Katholieke Illustratie week 11 anno 1905. PS In de komende artikelen zal de schijnwerper worden gezet op de belangrijkste aspecten en ontwikkelingen binnen de historie van de door zuster Ignatia gestichte nieuwe kweekschool op basis van de kweekschoolwet uit 1896. |