Uit het kloosterarchief van onze zusters [26]
Reactie uit het publiek OEen balletje kan soms raar rollen zegt men wel eens. Maandagavond 17 december is René Bastiaanse, bekend van het TV-programma ‘de Wandeling’, met zijn team op bezoek geweest bij de heemkundekring. Naast een kort promotiepraatje voor zijn eigen bedrijf nl. het Brabants Historisch Informatie Centrum [BHIC], beter bekend als het rijksarchief van Noord Brabant te ’s-Hertogenbosch, hield hij een vurig betoog om als Schijndelse gemeenschap een bijdrage te leveren aan ‘historisch Schijndel’ door vooral oud fotomateriaal aan te leveren. De bestaande fotocollectie zouden we heel goed moeten beschrijven en er vooral de datering, namen van personen, de gebeurtenis of de gelegenheid zelf bij noteren en zo dat beeldmateriaal voor het nageslacht vastleggen. Aan de hand van de projectie van veel interessante foto’s over Schijndel onderhield hij het publiek op een haast cabarateske wijze, maar zijn boodschap klonk helder door. Doe iets met je oud fotomateriaal in het kader van de recente historie van Schijndel. Veelal gaat het immers om gebeurtenissen van de laatste 60 tot 80 jaren en dat is recente geschiedenis die velen van ons beleefd hebben. Leg nu vast wat je kunt! ![]() Waarom nu deze inleiding……en wat heeft dit alles met het kloosterarchief te maken? Nu dat is simpel uit te leggen. Op de eerste plaats bevinden er zich in het kloosterarchief honderden zeer goed gedocumenteerde foto’s die betrekking hebben op het werk van de zusters binnen de Schijndelse gemeenschap o.a. over moederhuis, weeshuis, kweekschool, mulo, huishoudschool, internaat, kleuter- en basisscholen, gasthuis, het oude rectoraat, het huidige generalaat, de Mariahoeve, Lidwina, Barbara en Annahof. De zusters hebben altijd al begrepen dat een goede beschrijving van de foto’s van groot belang is. Een schitterende collectie waarvan er veel zullen gebruikt worden in het jubileumboek. Al kijkend naar het scherm toonde René Bastiaanse plotseling een foto van een hobbelpaard en ineens…..daar kwamen de tongen los, met name de tongen van de mannen die in het verleden misdienaar zijn geweest op het moederhuis. Dat hobbelpaard, waar ook de internaatmeisjes dankbaar gebruik van maakten, schijnt een begrip geweest te zijn. Virgi van Liempd was in de jaren ’60 misdienaar bij de zusters en vertelt ons over die tijd het volgende: ![]() Virgi van Liempd heeft nu de suggestie gedaan om in het kader van het jubileumboek en dat vond ik wel een heel leuk initiatief, een oproep te plaatsen met een verzoek aan alle misdienaars die gediend hebben bij de zusters op het moederhuis, om zich even te melden via archiefcollectie@home.nl de tijd aan te geven dat ze misdienaar waren en evt. leuke anekdotes in te sturen over die misdienaarsperiode en zo mogelijk een oude foto. We wachten af…..! |
Nog meer jeugdherinneringen |
Om een goed beeld te krijgen van de sfeer op de kweekschool eind 19e eeuw, tevens internaat waarvan zr. Gonzaga de Gier de moeder-directrice was, zijn de jeugdherinneringen van zusters natuurlijk goud waard, ook al is de berichtgeving misschien een beetje persoonlijk gekleurd, omdat die vaak in een latere periode is opgetekend. Zo verhaalt zuster Theresia Nouwens primair van alles over de gebouwelijke situatie, maar die notities zijn op dit moment moeilijk interpreteerbaar en ook niet meer zo boeiend, omdat bijna alle oorspronkelijke gebouwen sindsdien ingrijpend zijn gewijzigd. Het kweekschoolgebouw van toen is ontworpen door architect Heijkants uit Erp en gebouwd door de aannemers F. Rooijakkers uit Gemert en J. v.d. Waardenburg uit Dinther voor een bedrag van f 26.479,88. In april 1898 werd het in gebruik genomen. Wel zijn er typische elementen uit het verhaal van zr. Theresia te distilleren zoals bv. het voorschrift in de prospectus van de kwekelingen om klompen mee te brengen en wel een paar zwarte klompen voor nat weer in de tuin. Die werden steevast opgeborgen in het zgn. ‘stenen kamertje’. Op de binnenplaats, waar het gasthuis aan grensde, moet een wip en schommel gestaan hebben. Op een nog onbestrate speelplaats stonden banken met daarnaast een hardstenen plaat, waarop de kwekelingen ‘bikkelden’. Zuster Alphonsina schrijft, bij gelegenheid van het gouden feest van de kweekschool in 1946, over de jaren ’90 van de 19e eeuw enkele markante details. Zij was de laatste kwekeling die algemene overste zuster Emmanuël de Gier in 1894 nog had aangenomen. Zuster Gonzaga, bekend als een goede moeder, had samen met zuster Hubertina de zorg voor 42 kwekelingen. En dan volgt een persoonlijke ontboezeming als ze schrijft: “Wat had ik de eerste dagen heimwee! Had ik me maar enigszins kunnen oriënteren, ik had beslist het hazenpad gekozen. De goede God, die me immer zo trouw leidde en bijstond, wilde niet dat ik den weg naar Olland, mijn geboorteplaats, terugkende, al had ik die vroeger zeer dikwijls begaan. Stilletjes aan gevoelde ik me beter thuis en spoedig werd de kweekschool me zeer dierbaar. Toen de nieuwe kweekschool werd geopend en de nieuwe kapel ingewijd [1898] kregen we voor het eerst paasvakantie, later zelfs ook nog kerstvakantie.” Zuster Augusta van de Westelaken heeft nog vóór de nieuwe kweekschool van 1896 de hulpakte gehaald. Ze moest studeren in een studiekamer staande aan een lessenaar met aan weerszijden drie à vier plaatsen. ’s Morgens om 6 uur werd verwacht dat de kwekelingen gangen en trappen zouden vegen, daarna een misviering, gevolgd door het ontbijt en dan afwassen in de bijkeuken. Het lesrooster zag er toen nog redelijk simpel uit…..maandag taal, dinsdag rekenen, woensdag taal, donderdag rekenen etc. ![]() Een andere anonieme zuster schrijft over het begin van de kweekschool het volgende: “Op een morgen begin 1896 werd aan de leerlingen der normaalschool aangekondigd, dat de taalles die dag niet door zou gaan omdat de lerares zr. Joseph Bogaerts met de eerwaarde zr. Innocentia Eijcken op reis was. Enige weken later werd ons verteld dat HEW [hunne eerwaarden] op verkenning waren geweest bij de eerwaarde Zusters van Dongen, waar het jaar tevoren de R.K.Kweekschool was opgericht. Dit was de eerste in Nederland. Weer een poos later vernamen wij, dat onze normaalschool ook zou worden omgezet in kweekschool. Op 1 mei 1896 werd dan de Schijndelse kweekschool als de tweede R.K.Kweekschool in Nederland geopend. Vereisten nu waren: 4 cursussen, voorafgegaan door de voorbereidende klassen A en B. Als directrice werd aangesteld zr. Joseph tevens lerares in de Nederlandse Taal. Verder nog zr. Felicité Renders voor rekenen, opvoedkunde en aardrijkskunde. Tevens Mijnh. Michels leraar N.Taal, rekenen en de bijvakken. Mijnh. Steenbergen voor tekenen; Mijnh. Tielstra hoofd der school in Boxtel uitsluitend N.Taal. Na enige maanden is jammer genoeg deze Heer verongelukt. In diens plaats werd aangesteld Mijnh. van Gils hoofd der school in Wijbosch, die enige maanden later overleed. Sindsdien trad als leraar op Mijnh. Baudoux*. Reeds op 27 febr. 1897 overleed de 1e directrice zr. Joseph. Als de 2e directrice werd HEW opgevolgd door zr. Felicité Renders en als nieuwe lerares in de N.Taal werd aangesteld zr. Vincentia van Esch. Handwerken en muziek werden resp. gegeven door zr. Virginia Jongbloets en zr. Leonard de Vaan. De hoogste klas der normaalschool werd nu de 4e cursus en begon met 4 candidaten zr.M.Helena v.d.Stappen, zr.Matheo van Heeswijk, zr.Christiana Teunissen en Teodorine van Vugt. Van deze 4 eerste candidaten zijn op 5 mei 1897 de drie eerstgenoemde geslaagd. Op 31 mei hebben deze drie met goed gevolg ook examen gedaan voor handwerken en kwamen ’s avonds om 8 uur thuis, gereed om ergens als onderwijzeres geplaatst te worden, wat niet lang op zich liet wachten. Reeds den volgenden morgen om 5 uur verlieten zr.M.Helena en zr.Matheo het Moederhuis. De eerste om reeds te 9 uur in Woensel voor de klas te staan en de tweede moest dien zelfden dag in Borne ook nog haar taak aanvangen. No.3 kon nog een maand in het Moederhuis blijven, om eind juni, met zr.Mathilde v.d.Dennen als hoofd, naar St.Anthonis te vertrekken en daar samen op 1 juli de school voor het L.O. te beginnen”. Om die afstanden te overbruggen waren er in die tijd gelukkig al aangelegde spoorlijnen zoals bv. in Schijndel het Duits lijntje richting NO-Brabant en de trein via Boxtel naar Eindhoven. De tram door Schijndel richting Sint Oedenrode etc. was er toen nog niet, anders had zr. Helena bij het tramstation, de huidige ‘d’n Bes’ van de familie van Veghel op kunnen stappen, maar de eerste tram reed pas vanaf 26 juni 1899. Alhoewel……’s morgens om 5 uur…..misschien heeft ze toch gereisd met het paard en rijtuig van het moederhuis. Wat een tijden in vergelijking met onze supersnelle verbindingen! |
|
|
![]() Over de periode 1896-1932 bestaat een zgn. notulenboek, maar daarin vindt men nauwelijks iets anders dan administratief-technische notities over aanstellingen van personeel, mutaties, salarisstaten en lesroosters, maar helaas niets over bijzondere gebeurtenissen. Die aantekeningen worden hier en daar afgewisseld met belangrijke correspondentie. Wat wel zeer uniek is voor de Schijndelse congregatie……wie een tante zuster heeft [gehad] of een familielid dat in Schijndel de kweekschool heeft doorlopen kan zonder enige moeite de studieresultaten raadplegen, want in het kloosterarchief berusten, naast dit uitgebreide notulenboek, nog een hele serie ‘rapportboeken’ [1896-1957], waar per student uiterst nauwkeurig de vorderingen staan opgetekend. Voor andersoortige aantekeningen betreffende de kweekschool is men aangewezen op de posten uit het memoriaalboek van de congregatie en de zgn. hectografen van de algemene oversten, een vorm van nieuws per circulaire of rondzendbrief aan alle huizen. Daarover een volgende keer! * deze docent vinden we overigens nergens terug in de personeelslijsten. |