Uit het kloosterarchief van onze zusters [28]

Blijdschap en verdriet
Binnen iedere leefgemeenschap wisselen blijdschap en verdriet elkaar vaak af. Zo ook op de Schijndelse kweekschool. Voorjaar 1908 wordt het docententeam getroffen door het vroegtijdig overlijden van een eminente kracht nl. zr. Augustine Koenraads. Ingetreden in 1894 staat zij bij de kwekelingen al bekend als ‘de heilige zuster’. Het schijnt dat ze tijdens de uitoefening van haar vak op 9 maart van dat jaar op 31-jarige leeftijd [1877-1908] door vergiftiging om het leven is gekomen. De juiste toedracht is tot op heden nergens gevonden, maar hoe dan ook…..het is zonder meer een zware slag voor kweekschool en congregatie geweest. In hetzelfde jaar heft men op 1 november de nodige jubelklanken aan vanwege het koperen bestaan van de gesubsidieerde Schijndelse kweekschool. Grappige poëtische brouwsels getoonzet op een medley van toentertijd bekende melodieën zoals …..‘In naam van Oranje, Levi Sadock, Oliebol, Wiens hoed dit is, Geef me een dropje, Sara je rok zakt af, In den tijd der patriotten, Crambambolie e.a. waarin heel veel zusters feestelijk worden bezongen die op een of andere manier bij de kweekschool zijn betrokken als docenten, surveillanten, zusters van de huishoudelijke dienst etc.……nl. de zusters Felicité Renders, Teresa Rutten, Juliana van der Heijden, Stephana Aarts, Leonard de Vaan, Stephano van Dam, Emmanuël Hamelynck, Magdalena Korting, Carmela Lambooij, Theophile van de Sande, Lamberdine van Dam, Ludovica Kuijte, Agnes van Beurden, Alphonsine de Jong, Marie Heijmans, Arnoldine Kok, Innocentia van Vroonhoven, Joanne Marie van Helmond, Christiana titelblad_prsc.jpgWelvaarts, Caroline Cooymans en tenslotte madame de Vet.
Vanaf 9 juli 1915 volgt wederom een periode van diepe verslagenheid als zuster Emmanuël Hamelynck op 27-jarige leeftijd [1888-1915] plotseling aan de moederhuis- en kweekschoolgemeenschap wordt onttrokken. Zeer zeker is er een emotioneel afscheid op gevolgd als men bedenkt dat ze bij de kwekelingen in hoog aanzien stond. Trouwens……binnen de kweekschool zijn het niet alleen docenten geweest die men veel te vroeg ten grave heeft moeten dragen. Er overleden ook meisjes-kwekelingen. Zo berusten in het kloosterarchief zes bidprentjes van de volgende internaatsleerlingen die allen op het kloosterkerkhof begraven liggen nl. de Rosmalense Maria Anna Westerlaken [1879-1894], de Woenselse Isabella Catharina Derplein [1885-1902], de Maas-Bommelse Adriana Anna Josephina Sprenkels [1890-1908], de Woenselse Henriëtta Petronella Godefrida van der Linden [1904-1918], de Oosterhoutse Johanna Maria Cornelia de Gier [1906-1918] en de uit Heesch afkomstige Antonia van den Akker [1908-1922]. Twee van hen hebben bv. de in 1918 heersende Spaanse griep niet overleefd. Ondanks rouw en verdriet toch ook weer feestvreugde als de zeer geziene moeder Gonzaga de Gier [1860-1944] uitbundig in de bloemetjes wordt gezet vanwege 25 jaren trouwe dienst als leidster van het internaat.


De veelzijdige rector Rubbens
Na de vierjarige periode van rector Th. Stoute [1910-1914] en die van rector J.H. van Vlokhoven [1914-1920] treedt op 3 december 1920 een kapelaan uit Zevenbergen in dienst als geestelijk leidsman van het moederhuis en godsdienstleraar bij de kwekelingen. Hij wordt in de kronieken afgeschilderd als een echte kindervriend, die zich de grote wekelijkse wandelingen met de internaatsmeisjes niet laat afnemen. Hij ontpopt zich daar als de grote natuurliefhebber bij uitstek die alle bomen, planten, insecten etc. op z’n duimpje kent en van deze ontspannende wandelingen gewoonweg studielessen weet te maken. Ook is hij de kweekschoolhistorie ingegaan als gerenommeerd technicus of ‘techneut’ die in staat blijkt voor de handwerkjes van meisjes en zusters frivolitéspoeltjes en allerlei radertjes te produceren, met gemak alle kapotte wekkers en grotere klokken repareert en andere technische klusjes opknapt, zodat van hem gezegd werd dat zijn rectoraat eerder op een centrale werkplaats leek. Een leuke anekdote in dit verband is, dat hij op een bepaald moment onder het toeziend oog van enkele omstanders maar liefst drie wekkers tegelijk in zijn zakken stopt. Doodgemoedereerd stiefelt hij door de kloostergang als plotseling een van de wekkers afloopt tot grote hilariteit van de zusters van het moederhuis.
Met de allure van een ware uitvinder weet hij een radio te fabriceren, brengt vervolgens een verbinding aan met de recreatiezaal van de kweekschool, zodat zusters en kinderen ter plekke bv. konden luisteren naar een uitzending van de hoogmis. Hetzelfde realiseert hij ook voor de bedlegerige zusters in de ziekenkamer. Een andere kwaliteit die men hem toedicht is het maken en opgeven van zeer grappige raadsels. Deze beruchte priester-knutselaar was dan ook altijd in zijn rectoraatshuis te vinden. De enigste gelegenheid dat hij buitenshuis geslapen schijnt te hebben was zijn jaarlijkse retraite. Maar….zoals alle rectoren is ook hij uitverkoren geweest een pastoraat te aanvaarden en wel in Lierop. In zijn afscheidspredicatie op 19 december 1930 in de grote refter, in aanwezigheid van alle zusters, liet hij duidelijk doorklinken hoe de groei en bloei van de congregatie hem zeer ter harte was gegaan en sloot zijn rectoraatsperiode af met een allerlaatste opwekking voor de zusters nl. een van harte gemeende aansporing tot blijvende liefde en vooral nederige eenvoud!.

De bouw van een nieuwe kweekschoolkweekschool_prsc.jpg
Op de 1e vrijdag in september 1923 wordt een eerder beraamd plan uit de kast gehaald nl. de bouw van een nieuwe kweekschool, verbetering van de voorbereidende klassen en restauratie van de rechtervleugel van het moederhuis, nadat het jaar daarvoor al een nieuwe verdieping is gezet op de hoofdbouw van het moederhuis. Na aanbesteding wordt het werk gegund aan de firma Segers uit Nijmegen voor een geldsom van f 238.400,-. Door sterke toename van het aantal kwekelingen was de noodzaak tot uitbreiding extra urgent geworden. Algemene overste zr. Theodora Slits stelt het college van B&W op 26 november 1923 in kennis van het congregatiebesluit en schrijft: “Geacht College, het bestuur der kweek- en opleidingsschool der Zusters van Liefde te Schijndel aan de Heikant geeft met verschuldigde eerbied te kennen, dat door haar is aanbesteed een nieuwe opleidingsschool ter vervanging en verbetering der bestaande. Dat door vermeld bestuur echter geen aanspraak zal worden gemaakt op een hogere uitkering wegens gebruikswaarde aan gebouwen, terreinen en meubelen dan de thans voor hare opleidingsschool vastgestelde vergoeding, ook al wordt die waarde door vernieuwing aanzienlijk verhoogd”.
Architect Ch.J. van Liempd maakte destijds een raming van de bouwkosten en kwam tot de volgende conclusie:

  grondwerk en riolering
kelder centrale verwarming
kweekschool zonder kapel
vloer speelplaats en putjes
centrale verwarmingsinstallatie
architect- en opzichtkosten

f
f
f
f
f
f

   8.485, -
15.000,-
157.485,-
3.000,-
10.000,- 8.530,-
 
  totaal

f

202.050,-  

Er wordt voortvarend gebouwd, zelfs zo dat de voorbereidende klassen al op 1 september 1924 in de nieuwbouw gehuisvest kunnen worden tot grote tevredenheid van personeel en leerlingen. De kweekschool zelf volgt op 1 mei 1925.

geslaagden_1925_prsc.jpg

Rector Rubbens heeft, op verzoek van monseigneur Diepen, de nieuwbouw en de nieuwe kapel van de Mariakweekschool op 8 december 1925 ingezegend en ook de wijding verricht van de aangebrachte kruisweg.
Inmiddels heeft de kweekschool een nieuw privilege verworven. Per 28 december 1923 is nl. bepaald dat men in de toekomst niet meer hoeft deel te nemen aan landelijke staatsexamens, maar door het zgn. ‘jus promovendi’ wordt het docententeam de bevoegdheid toegekend zelf voortaan in eigen huis de eindexamens af te nemen en de akte van bekwaamheid uit te reiken. Dit alles gebeurt vanaf 1924 in de gastenzaal van het moederhuis. Het examen omvat dan de vakgebieden lezen, schrijven, taal, rekenen, vaderlandse geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkunde, zingen, tekenen en opvoedkunde. In 1925 worden daar aan toegevoegd de vakken wiskunde, rekenkunde i.p.v. het gewone rekenen, algemene geschiedenis, handwerken, vrije en ordeoefeningen [een vorm van lichamelijke oefening] later de akten J en K en de talen Frans, Duits en Engels. Het vak godsdienst met als onderdelen godsdienstkennis, bijbelse geschiedenis en kerkgeschiedenis, wordt op dat examen niet vereist. Men haalde hier destijds een apart diploma voor.

geslaagden_1926_prsc.jpg

Het bijzondere jaar 1929
Had in oktober 1918 de Spaanse griep voor de nodige opschudding gezorgd, overleden enige meisjes en stuurde men de overige kwekelingen naar huis, in februari 1929 openbaart zich roodvonk. Het is een besmettelijke ziekte, gepaard gaande met koorts, keelpijn en helderrode huiduitslag. Deze bacteriële infectie wordt veroorzaakt door een streptokokkenbacterie en is een typische kinderziekte, die overigens ook bij volwassenen kan voorkomen. Vroeger was het een gevreesde ziekte die weken kon duren en soms oor-, nier-, hart- of gewrichtsaandoeningen tot gevolg kon hebben. Sinds de komst van penicilline en antibiotica kan men de besmetting efficiënter bestrijden. Logisch dat men op het internaat uiterst zorgvuldig omging met deze ziekteverschijnselen. Op de 16e van die maand wordt bij twee meisjes de ziekte ontdekt en nog dezelfde dag worden ze overgebracht naar de barakken in ’s-Hertogenbosch. Op andere kostscholen in de regio was al een besluit gevallen de internen naar hun ouders te laten gaan, zodat zich de ziekte niet verder zou uitbreiden. Op de 22e constateert men dat zich op de Schijndelse kweekschool bij een derde meisje de ziekte openbaart, zodat op medisch advies van de huisarts toch iedereen huiswaarts moet keren. Alle families worden telefonisch en telegrafisch in kennis gesteld. Met name de kweekschooldirectrice_prsc.jpgmeisjes uit de voorbereidende klassen had men uit voorzorg al afgezonderd van de rest. Pas op 13 april, dus na de paasvakantie, keert iedereen weer terug naar het internaat. Bij aankomst volgt meteen een nauwkeurige medische controle. Men wil niets meer aan het toeval overlaten, te meer omdat ook al sinds eind februari twee jonge zusters besmet waren en men geen enkel risico meer nam. Nadat iedereen genezen was verklaard, werd de hele kweekschool grondig ontsmet.
In september wordt iedereen opgeschrikt door een andere niet voorziene gebeurtenis. Op de 1e dag van die maand overlijdt directrice zr. Felicité Renders die met ingang van de zomervakantie al ziek was geworden. Ondanks het feit dat ze voortdurend aangaf na de vakantie haar lessen weer te willen hervatten, was de huisarts van mening dat bedrust de enige remedie zou zijn. Ze zou helaas niet meer op haar post terugkeren. Na ruim 32 jaren intensieve en voortreffelijke bestuursjaren moet de kweekschoolgemeenschap definitief afscheid van haar nemen. Op 14 september wordt een opvolgster benoemd in de persoon van zr. Anselma Tijhuis en gaat de opleidingsschool voor onderwijzeressen weer een nieuwe fase in.








wordt vervolgd en voor nadere informatie of suggesties…..
Henk Beijers Heunpark 1021 5261 WB Vught tel. 073 - 657 99 15
of via email: archiefcollectie@home.nl