Uit het kloosterarchief van onze zusters [42]

Een keurig nette opvoeding
In het vorige artikel is al aangekondigd dat er nog een uitvoeriger reactie zou komen van Francine Teunissen, die terugkijkt op haar weeshuisperiode tussen de jaren 1936-1945. De zusters hebben haar nog leren lopen, zo jong was ze toen ze in het weeshuis werd opgevangen. Ze ziet er wel met de nodige positieve gevoelens op terug, maar onderkent nu dat het voor haar toch ook wel een moeilijke periode is geweest. Omdat ze haar ouders al zo vreselijk vroeg in haar leven had verloren [zie 41] ging ze, toen ze 7 à 8 jaar was, op zoek naar de rest van haar familie. Wat er gebeurd was in haar eigen gezin, daar werd niet al te veel over gezegd. Misschien wel om haar geen extra kinderverdriet te bezorgen. Het waren binnen haar familie bijna allemaal grote gezinnen. Vanaf het moment dat de oorlog uitbrak kreeg ze steeds minder bezoek. Haar twee oudere zussen kende ze niet en leefde lang in de veronderstelling dat ze die niet had. Verhalen erover geloofde ze nooit. Toen ze op een dag schoolschriften onder ogen kreeg waar de namen van haar zusjes op geschreven stonden……toen geloofde ze het pas!

busdienst Hoofdstraat.jpg

Ansichtkaart van de Hoofdstraat in de jaren ’60 van de vorige eeuw met een lijnbus ter hoogte
van het weeshuis dat sinds 1956 een andere bestemming had gekregen.


De opvoeding in het weeshuis was volgens haar streng en gebonden aan strakke regels zoals goede tafelmanieren, met twee woorden spreken, iemand aankijken als je met hem of haar spreekt, voor het eten naar het toilet, netjes je handen boven tafel onder het eten enz. Ze had een soort ‘lievelingszuster’ die haar hulp en toeverlaat was. Die zag ook wanneer het de kleine Francine niet zo goed ging en bracht dan troost en bemoediging. Hartbeeld img.jpgOok kan ze zich de gezellige keukenzuster nog levendig herinneren. Uit een grote kast op de overloop kwam tegen de winter een grote doos te voorschijn met wollen setjes nl. mutsen, sjaals en handschoenen. Ze hoopte altijd een kleurig setje van de zuster te krijgen, want mooi er bij lopen vond ze wel iets hebben. Ze sliep op zolder en werd ’s avonds lekker ondergestopt, keurig netjes met de handen boven de dekens! Vanaf ’s middags vier uur mocht ze eigenlijk niet meer drinken omdat ze ’s nachts nogal last had van een nat onderbroekje. Dat wilde de zusters natuurlijk in goede banen leiden. Maar Francine…..dorst is immers erg, dronk dan ’s nachts wel eens stiekem uit de wasbak bij haar bed die al voor de volgende ochtend gevuld met water klaar stond. Een van de zusters betrapte haar ‘n keer toen ze uit bed was gegaan en er volgde een minder prettig toespraakje van de zuster.
Soms dreigde een van de zusters met de ‘rattenzolder’ als het de spuigaten uitliep onder de weesjes. Francine zegt nu dat ze daar lange tijd een soort fobie van heeft overgehouden en een zekere angst voor dieren. In haar latere leven heeft ze die echter wel ruimschoots overwonnen.
Soms is ze wel eens beschuldigd van iets wat ze per definitie niet gedaan had. Zo verhaalt ze dat er op een vrijdagmiddag een H. Hartbeeld van een console was gevallen met het gevolg dat er een handje afbrak. Francine was als verdachte aangemerkt en werd streng ondervraagd.
Tot op de dag van vandaag heeft ze daarom rechtvaardigheid hoog in haar levensvaandel staan, want die beschuldiging vond ze bijzonder onrechtvaardig.

Soms trokken de weesmeisjes zingend door de Hoofdstraat. Leuke herinneringen zijn de bezoeken aan Jansen de Wit rond de kerst en de zondagen dat ik als enig echt weesje mee mocht naar drukkerij van de Wiel. Enigszins jaloers is ze geweest op de drie zusjes Fleskens, wier moeder in 1941 was overleden. Zij sliepen met z’n drietjes op een kamer. Als hun vader op bezoek kwam kregen alle kinderen iets lekkers van hem. Die zusjes hadden wel iets deftigs.
Veel indruk moet ook de bloeiende magnoliaboom gemaakt hebben in de achtertuin.
Van de oorlogsjaren herinnert ze zich duidelijk het verblijf in de schuilkelder bij slagerij Geerkens vooral de herinnering aan haar eerste pop. Blijkbaar was het in die bewuste kelder niet al te warm en als klein meisje vond ze dat vooral haar pop het veel te koud had en dat kon in haar ogen niet. Ze liep naar een brandende kaars….hield de pop erboven om die wat te verwaren en….u raadt het al….de pop vloog in brand en kleine Francine barstte in tranen uit. Vanuit Den Dungen is ze uiteindelijk op 5 januari 1945 opgehaald met een tandem door haar neef Thomas en een studievriend van hem. Die hebben haar naar haar grootmoeder gebracht waar ook haar twee andere zusjes verbleven. Na enige maanden volgde opvang in een pleeggezin.
Dit zijn maar enkele ‘levendige herinneringen’. De gevoelens die het diepste hebben ingegrepen in dit jonge kinderleven zijn natuurlijk blijven ‘hangen’.
 
Een regenton met rondzwemmende kevertjes
Een ander weeskind, momenteel wonend te Rosmalen, dat ook met twee zusjes in het weeshuis verbleef, schrijft anno 2008 in wat negatievere bewoordingen hoe er af en toe toch wel verschil werd gemaakt, maar roemt ook over de ‘lieve zusters’ die er waren en slechts eentje waar de kinderen niet zo bar veel mee op hadden!
Enige sfeerbeelden van haar hand …...als we geen drinken kregen was er altijd nog een regenton om stiekem onze dorst te lessen, ook al kropen er af en toe wel wat kevers en torren in rond, terwijl andere kinderen chocolademelk kregen. Eens per week was het badtijd en je had heel veel geluk als je als eerste aan de beurt kwam, want dan had je in ieder geval schoon en ook warm water. Wie een bepaald eten niet lekker vond en er zowat van moest ‘braken’ liep het risico dat je het geforceerd moest opeten, graag of niet. Ie
ts wat in huishoudens buiten het weeshuis ook vaak schering en inslag was. Haar zusje zat in de kapel erg dicht tegen de kachel en viel nogal eens flauw. Die had eens het lef gehad haar beklag toe doen bij de overste, waarop de zuster-surveillante ‘op het matje’ werd geroepen.
Slotconclusie……..indrukken uit je kinderleeftijd hebben ongemerkt effect op je doen en laten in je verdere leven en vooral wat negatieve ervaringen kunnen je lang ‘achtervolgen’
 
De verjaardag van zuster Fidelia
Ook de inmiddels 81-jarige Benny Vervuurt - van den Oetelaar heeft vanuit Helenaveen enige jeugdherinneringen toegestuurd. Als in 1932 haar vader overlijdt blijft moeder achter met acht kinderen, vier jongens en vier meisjes. Haar oudste zus Betsy was 14 jaar en vertelde later hoe Benny in het weeshuis terecht was gekomen. Haar zusjes Corry en Anny zaten er al. Op een zondag is Benny, toen vier jaar oud, met haar moeder op bezoek geweest en heeft daar volop gespeeld met de andere kinderen. Een van de zusters heeft toen aan haar gevraagd of ze niet in het weeshuis bij haar zusjes wilde blijven. Zo gezegd zo gedaan.
Toen Benny 9 jaar oud was stierf ook haar moeder op 49-jarige leeftijd, een moeder die vaak ziek was en dikwijls met een natte theedoek om haar hoofd rondliep, als remedie tegen de zware hoofdpijnen. Vrij kort na het overlijden van moeder in 1936 is haar zusje Corry bij een oom en tante gaan wonen en bleven ze met z’n tweeën onder de hoede van de zusters achter.
Cecilia img.jpgAls het over het leven in het weeshuis gaat schrijft Benny ………….we hadden het heel goed en wisten niet beter. Ze herinnert zich heel goed hoe op 22 november, de dag van het bekende Ceciliafeest, zuster Fidelia jarig was. De kinderen hebben toen voor hun jarige zuster allerlei voordrachtjes mogen doen.
Daags daarna doet Benny een vreselijke ontdekking….haar zusje Anny verschijnt ineens niet meer aan tafel bij het avondeten. Vertwijfeld is ze toen naar een van de zusters gelopen en kreeg te horen dat Anny in Loon op Zand ‘nieuwe ouders’ had gekregen. Wat moet zo’n kind op dat moment gevoeld hebben…….nu was ze voortaan alleen, zonder haar zusje in de onmiddellijke nabijheid. Dat riep een andere, mindere prettige, herinnering op. Haar zus Anny ……och arm…..ze had eens, zittend in de kapel, een pijnlijke, zwerende en flink opgezwollen vinger. Ze liet dat in de kapelbank snel even aan haar jongere zusje zien, maar een van de zusters zag dat. Benny werd meteen uit de bank gehaald en op haar knieën op een kokosmat gezet. Een overdreven reactie zouden we nu zeggen, maar in die tijd……..het zal wel als oneerbiedig geïnterpreteerd zijn door die bewuste zuster….. praten in de kapel dat doe je niet!
Even later viel Anny flauw, vermoedelijk van de pijn aan die vinger en volgens het verhaal van Benny zou Anny een beetje miswijn toegediend gekregen hebben, in de hoop dat ze snel zou bijkomen of de pijn minder gevoeld zou worden.
Benny is met haar oudste zus Betsy nog ’n keer naar Loon op Zand geweest op het moment dat Anny haar Plechtige Communie deed.
 

Het Sinterklaasfeest scoort in alle reacties nogal hoog! Een echte feestdag voor de kinderen. Benny verhaalt …..toen de kinderen in de kapel het rozenhoedje hadden gebeden, op tijd naar bed waren gestuurd, hoorden ze aan het gerammel van de rozenkransen, dat de zusters door de gangen op en neer liepen en werd de eetzaal in Sinterklaasstijl versierd.
Ze herinnert zich ook nog heel goed hoe de moeder-overste van het moederhuis op visite kwam. Benny mocht haar na afloop terugbrengen naar het grote klooster, via de tuin van het weeshuis en de jongensschool in de Pompstraat en zo verder. Eenmaal terug in het weeshuis kreeg ze echter wel een standje van de zuster, omdat ze nl. rechts van de eerwaarde overste had gelopen…..en dat paste niet! Ze vond dat verschrikkelijk erg, te meer omdat nooit iemand had gezegd dat het zo moest. Ja…..in een kinderleven hebben kleine voorvalletjes soms grote gevolgen.
Ook hebben ze ’n keer een grapje uitgehaald met tuinman Frans. Die had de gewoonte op de speelplaats onder de boom een dutje te doen. Op een middag was hij echt in slaap gevallen en hadden alle kinderen hun stoeltjes om hem heen gezet. Eenmaal wakker scheen hij dat niet zo leuk gevonden te hebben. De kinderen, die natuurlijk het nodige plezier hadden om die grap, hadden zich snel verstopt in de spreekkamer.

portret sinterklaas.jpgsint en piet samen.jpg

Sinterklaas een vaste bezoeker in het weeshuis - Sint en Piet waren geliefde gasten.


Bron: geschreven verhalen van diverse oud-weeskinderen