Uit het kloosterarchief van onze zusters [43]

Reacties uit het publiek
Het is inmiddels een traditie geworden om van tijd tot tijd reacties van het publiek te publiceren, vooral als ze een bepaalde sfeer schetsen uit het verleden van de congregatie. Recent ontving ik een uitgebreid schrijven van Henk van der Spank betreffende zijn misdienaartijd op het moederhuis. We laten Henk aan het woord en hij schrijft over die periode het volgende:

“Ik ben in de periode 1956 tot 1962 misdienaar geweest op “het klooster”.
Samen met Ad van de Spank ben ik door de toenmalige kosteres, naam onbekend, opgeleid in het uitspreken van Latijnse teksten waarvan de vertaling en de diepere betekenis pas later bekend werd. In mijn tijd werd Zuster Wilhelmina Maria benoemd tot kosteres, die steeds een nimmer aflatende zorg had voor ons. Ze managede de gang van zaken uitstekend met veel aandacht voor de misdienaars.
De taak van de misdienaar was naast de opluistering van de diensten toch ook het dienstbaar zijn tijdens de HH Missen, het Lof, begrafenissen, professies jubilea en de diensten op kerkelijke feestdagen. Naar gelang de belangrijkheid van de kerkelijke feestdag werd het aantal misdienaars wat dienst deed uitgebreid tot 5 en soms wel 10 jongens gehuld in toog en superplie of in witte albes of pijen. De bijgevoegde foto is gemaakt bij een kerstnachtmis.
Onze taak was, assisteren bij de H. Mis etc. wat bestond uit het antwoorden op de gebeden van de priester in het Latijn, het aanreiken van water en wijn, bellen met de schel op bepaalde momenten bv bij de consecratie, de communie en voorts wat nu genoemd zou worden “wat voor de voet” kwam. Bij hoogtijdagen kwam er het dragen van de kaarsenkandelaar bij…..
(karsendrupper noemden wij dat baantje), het vullen en soms zwaaien met het wierookvat, het aanreiken en dragen van het wijwatervat met de kwast en voor de senior misdienaar soms ook nog een algemene regeltaak en dat alles onder de supervisie van de kosteres.
De mis door de week om zeven uur werd altijd gedaan door rector Jos van de Schoor.
Op zondag was dat rond 9.00 uur. In bijzondere gevallen en bij kerkelijke hoogtijdagen zoals Kerstmis en Pasen, maar ook als er wat bijzonders was, werd hij geassisteerd door andere priesters de zgn. ‘mis mi drie hirren’.
Daarnaast waren er soms missiepaters die in de morgen hun mis kwamen lezen. Daarvoor was één misdienaar voldoende, zodat het zeker in de vakantietijd kon gebeuren dat je met 2 of 3 missen achter de kiezen om rond 9.00 naar buiten kwam. De zusters zorgden dan wel voor een ontbijtje want je kwam daar ‘s morgens om kwart voor zeven nuchter binnen. Daarnaast was iedere avond er nog het lof op zondag en in de meimaand en oktobermaand. De laatste vieringen konden qua tijd nog wel eens behoorlijk uit de hand lopen, zeker als er nog een rozenkrans werd gebeden of er ook nog een stichtelijk woord werd gesproken.
Er was in het klooster een tweede kapel waar ook om zeven uur ‘s morgens mis werd gelezen voor de kwekelingen op het internaat. Daar had je dan ook dienst. Er was zelfs een gescheiden sacristie een voor de misdienaars en een voor de priester. Voor de H. Mis kwam dan een pater Damiaan afgereisd vanuit Sint Oedenrode. Zuster Frederico (†) was toen de dienstdoende kosteres. Ook was er nog een kleine kapel op het Generalaat waar het “hoog” zetelde. Soms werd daar ook de H. Mis opgedragen in het geval van een retraite.
 

misdienaar1.jpg

De misdienaars op de foto v.l.n.r. Henk van der Spank, Ad van der Spank, Kees Oerlemans,
Karel Copier en Hans (?) van der Sman en in de deuropening kosteres Zr. Wilhelmina Maria.

Van de misdienaars die ik mij herinner uit mijn tijd…… het waren meestal jongens van de Lambertusschool uit de Pompstraat en in de buurt van het klooster woonachtig (ook vanwege logistieke redenen). Zo herinner ik me de zoons van meester de Koning van de Lambertusschool, ik meen ook zoons van meester Giesbers, dan Ad van der Spank, Karel van de Wielen, Gijsbert en Robert van Bussel, Peter van der Spank, Ad en Jan (?) van Els, Karel Copier, Piet van Bussel, ik geloof Hans en Paul Van der Sman, Ton Godefrooi, Hans (?) Baeten, Kees …..en ik meen ook Jos Oerlemans en Peer Wouters.
De sacristie was de plaats waar je de toog en superplie aantrok en was soms ook als wachtruimte in gebruik als er meerdere missen moesten worden bediend. Er werd gezorgd voor stichtelijke literatuur (Katholieke Illustratie) en soms stripboeken. Dan was er de binnenplaats met het befaamde houten zes-zits-hobbelpaard wat voor ons niet hoog genoeg kon.
De Kerstnachtmis om 12.00 uur was jaarlijks een belevenis. Na de dienst was er immers een koffiemaaltijd voor de misdienaars en hun familie aan gekoppeld, wat soms ontaardde in gedoe met kaarsvet in thee en meer van die grappen. In de beginperiode was er ook nog de jaarlijkse Sinterklaas op 6 december. Ook was er meestal jaarlijks een misdienaarreisje onder leiding van de rector Jos van der Schoor en kosteres Zr. Wilhelmina Maria. Ik herinner me er een naar de Efteling en een naar Thorn met bezoek aan de crypte en Maastricht.
Van de missiepaters die mis kwamen lezen herinner ik me een zekere Piet van Boxtel van de paters van Brakkestein en Harrie van Boxtel, van de orde der Kruisheren. De laatste gaf altijd een dubbeltje of kwartje voor de bewezen diensten en ook als de zusters het niet zagen een sigaret, waarbij hij zei dat we diep moesten inhalen.
Bijzondere diensten waren die waarbij zusters z.g. geprofest werden of hun intrede deden en hun geloften aflegden Die diensten duurden erg lang en dat was toch wel eens heel vervelend vooral als het buiten mooi weer was. Maar daarna was er altijd toch een beloning of iets extra’s zoals een kwatta (reep chocola voor de niet-kenners) kortom er werd goed gezorgd!
Al met al was het toch wel allemaal wel bijzonder, waarbij je ook ’n beetje achter de coulissen of ‘in de keuken’ kon kijken voor zover je dat zo kunt noemen”.
 

Andere bestemmingen van het weeshuis
In 1954 heeft de gemeente de voortuin onteigend vanwege de verbreding van de Hoofdstraat. Het bekende beeld van Peerke Donders is toen verplaatst naar de achtertuin. In 1955 is nog het zilveren feest gevierd [1930-1955]. Vanaf september 1956 tot aan het studiejaar 1962-1963 krijgt het huis een geheel andere bestemming nl. studiehuis voor de hoofdaktestudenten van de zgn. derde leerkring van de toenmalige Mariakweekschool. Vanaf dat moment heeft het voortaan ‘huize Petrus Donders’. Jaarlijks wisselt het aantal studenten, want de hoofdakteopleiding duurde slechts één jaar. Alle meisjes zijn er intern en dus wonen er ook de nodige zusters. Op 24 augustus 1956 is Zr. Huberta Marie den Brok vanuit het moederhuis in het nieuwe studiehuis komen koken, totdat ze op 20 februari 1957 onderweg naar huis ziek werd en niet meer in staat bleek dag in dag uit naar het studentenhuis te gaan.
Zr. Elisia van der Heijden is haar toen opgevolgd [1957-1962], die overigens lange tijd voor halve dagen is geassisteerd door Zr. Gerardia Renders. Alle studenten die destijds in dat studiehuis vertoefd hebben zullen zich deze namen vast en zeker herinneren!

weeshuis achtertuin.jpg

Gezicht op de achterzijde van het weeshuis waar de volgende zusters tussen 1956 en 1962 hebben gewoond:
Zr. Margaretha van den Hurk [1956-1962], Zr. Angelina Scholten [1956-1962],
Zr. Hubertine Aarts als hoofdaktestudent [1956-1957], Zr. Joh. Marie Priems [1956-1957],
Zr. Henrita Maasakkers [2.9.1957-7.12.1957 en 27.8.1958-1.9.1962],
Zr. Ma. Goretti Venbrux [25.5.1956-17.9.1957], Zr. Cornelia van den Elzen [1958-1962].

De terugloop van het aantal hoofdaktestudenten is er oorzaak van geweest, dat het ‘oude weeshuis’ als studentenhuis is opgeheven. De 6 studenten die zich per 1 september 1962 hadden aangeboden heeft men toen naar elders verwezen. Tot in 1969 bieden de zusters in het gebouw tijdelijk onderdak aan bv. de familie van der Pol van Boxtel omdat hun eigen huis nog in aanbouw was en aan de kinderen van de 1e klas van de lagere meisjesschool o.l.v. Zr. Henrita Maasakkers, die van augustus ’62 tot augustus ’63 hun intrek mochten nemen in het grote vertrek aan de tuinzijde. De kapel, rechts van de voordeur, heeft men gesloten en is later overgebracht naar het vertrek waar de schoolkinderen hadden gezeten. In de periode 1964-1968 zijn de twee grote kamers, links en rechts van de voordeur, gebruikt om jongerencursussen te geven door het Schijndelse vormingscentrum, dat in 1969 is verhuisd naar de Putsteeg.
Op 8 mei 1969 wordt het huis toch weer in gebruik genomen door vier zusters en hun aantal groeit weer. Er is in die tijd wel wat verbouwd aan het huis. Tot aan 1977 is het een komen en gaan van zusters, w.o. de twee algemene oversten nl. zuster Florentina van Calsteren en zuster Veronique van Woerkom. In 1971 houdt het generaal bestuur er haar wekelijkse bestuursvergaderingen. Dankzij de gastvrijheid van de congregatie kunnen diverse families van leraren aan de Mavo-Havo-school of huishoudschool aan de Pastoor van Erpstraat er een tijdelijk onderdak krijgen o.a. de families Te Dorsthorst uit Lobith, Juffrouw van der Maazen, Pater Schokker assumptionist die docent was aan de PA, de heer Pierre Vliexs uit Geleen leraar Duits aan het Scinlecollege, de familie Creemers met de kinderen Charles en Camille en leraar Frans de heer F. Scheelings.

weeshuis achtertuin prs.jpg

Een andere opname van de achtertuin van het weeshuis met zich op de achtergevel.

 
In 1977 volgt een ingrijpende verbouwing. De daken van het huis en het schuurtje worden vernieuwd en men bouwt een carpoort. De oude schuurtjes, een 19e-eeuws restant van de bakkerij van Van den Berg worden definitief gesloopt, als ook de waranda en toiletten. De gevelsteen met de inscriptie I.D.V.D.B. dd. 18.10.63 is gespaard gebleven en ingemetseld in de bloembak bij de woonkamer achter het huis. Het jaar daarop worden de slaapkamers vergroot en wordt boven de keuken een zit-slaapkamer gebouwd met uitzicht op de achtertuin.
De huidige tegel van Petrus Donders, in het portiek van de voordeur, dateert van 27 oktober 1979. Hij is vervaardigd door een zekere Antoon Hanenberg. Hijzelf heeft die datum gekozen, ons herinnerend aan de geboortedag van Petrus Donders te Tilburg op 27 oktober 1809.
Het oude weeshuis blijft als ‘dochterstichting’ in gebruik door een wisselende groep zusters, waarvan er verschillenden hun zilveren of gouden kloosterfeest hebben gevierd. Door zuster Norbertini is in het weeshuis met enige regelmaat gewerkt aan het congregatie-archief.

Een nieuwe fase
In 1994 is de communiteit zo klein geworden dat slechts drie zusters dat grote huis, dat tevens erg duur in onderhoud was, bewonen. De gemeente besluit het huis op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Schijndel wil in die tijd, in het kader van een nieuw centrumplan, ook heel graag de tuin aankopen waar dan een weg aangelegd zou kunnen worden. De drie zusters Florentina van Calsteren, Agatha Marie Donkers en Antonie Hanenberg vinden een nieuw onderdak in een woning aan de Servatiusstraat nr. 44, tot dan toe bewoond door de familie Van Zutphen, die het van de congregatie in huur hadden. Het hoofdbestuur laat er weinig gras over groeien en verkoopt ‘het weeshuis’ aan de gemeente Schijndel. De officiële koopakte passeert op 21 oktober 1994. Als er ooit een huis is geweest in Schijndel waar zoveel woorden aan gewijd zijn dan is dat het weeshuis. Het levert de nodige krantenkoppen op zoals ‘Schijndel koopt weeshuis’, ‘Centrumplan een stap dichterbij’, ‘Veel belangstelling voor weeshuis’, ‘Weeshuis straks restaurant?’, ‘Weeshuis houdt politiek in Schijndel bezig’, ‘Grond nodig voor parkeerruimte’, ‘Plan kunstkamer/beeldentuin’, ‘Partycentrum in weeshuis Schijndel’, ‘Meerderheid van college burgemeester en wethouders kiest voor horecabestemming’, ‘Bestemming weeshuis nog ongewis’, ‘Verkoop weeshuis uitgesteld’, ‘Tien kopers voor weeshuis’,krant prs.jpg ‘Tast monument weeshuis niet aan’, ‘Scholten blijft tegen verkoop van weeshuis Schijndel’, ‘Weeshuis voor Van Schaaijk’, ‘Volop parkeren achter weeshuis’, ‘College slaat plank volledig mis’, ‘Kledingzaak in weeshuis’’, ‘Weeshuis wordt modezaak’.
Architect A. Kooijmans is door de familie Van Schaaijk in de arm genomen voor de noodzakelijke verbouwing. Uiteindelijk zullen werknemers van bouwbedrijf De Wit zorgen voor een metamorfose en worden de zijgevels omgebouwd tot winkelpanden. Leo en Ans van Schaaijk houden vooral het interieur grotendeels intact, zoals bv. de ornamenten in de plafonds, de prachtige eikenhouten trappartij, het tegelplateau en de mooie koperen pomp in de keuken en de lange gangen met hun prachtige zwart-wit gemarmerde vloeren, om enkele elementen te noemen. Kortom……van binnen nog steeds een juweeltje!
In januari 1998 werd begonnen met de aanleg van een nieuw parkeerterrein geschikt voor zo’n 80-100 parkeerplaatsen. Op de open monumentendag van dat jaar is het monumentale pand nog eens extra in de schijnwerpers gezet en in de rubriek ‘Monumenten onder de loep’ begint de journalist met de volgende opmerking: “Het omstreeks 1870 gebouwde een-laagse woonhuis in Eclectische stijl met symmetrische indeling en gevelopzet [vijf traveeën] is karakteristiek voor de laat-19e-eeuwse woonhuizen in de Hoofdstraat; de toevoeging van authentieke elementen als raamluiken de voorgevel weer als voorheen”. Het winkelgedeelte RS Mode wordt uiteindelijk omgedoopt en thans is er de modezaak Caitlin 4 Women in gehuisvest.

Hiermee sluiten we de serie over het weeshuis af. De komende artikelen zullen gewijd zijn aan allerlei aspecten uit de vormingsperiode van de internaatsmeisjes, postulanten, novicen, aspiranten en zal tevens aandacht besteed worden aan de indrukwekkende plechtigheid van de eeuwige geloftevieringen in de kapel van het moederhuis.