Uit het kloosterarchief van onze zusters [47]
Sint Lidwina, een verhaal apart |
De parochie Boschweg in wording |
De roep om een eigen ziekenhuis |
De keuze van de locatie Op welke locatie zullen we bouwen? Ook dat is in die dagen een interessant gegeven gebleken. Het Boschwegse volk suggereert al meteen het gebouw te zetten in de onmiddellijke nabijheid van de nieuwe kerk en pastorie en dus ook langs de provinciale weg. Logischer kan het haast niet is de algemene opinie. Dat een gebouw op die plaats het dorp ten zeerste verfraait, daarover is de gemeenschap het eens. Ook de eigenaar van de grond, een zekere van den Tillaert, waar de locatie ‘in de volksmond’ al gepland was, laat zich niet onbetuigd en ziet via de koopsom al ‘dollartekens aan het firmament verschijnen’. Het hoofdbestuur van de zusters beraadt zich echter nader op de komende transactie en op de genoemde locatie. De prijs voor het bouwperceel vindt men beslist aan de hoge kant. De locatie verdient zeker in de filosofie van de zusters geen voorkeur, want een stichting pal langs de provinciale weg, met een onophoudelijk komen en gaan van auto’s, bussen, vrachtwagens e.d. ziet men bepaald niet als de ideale plaats. De congregatie kiest voor de Jan van Amstelstraat, voor de rust van een wat achteraf gelegen locatie, weliswaar in de directe nabijheid van de kerk en best goed bereikbaar. Van gemeentewege oefent men nog de nodige druk uit op de algemene overste om voor het verlengde van kerk en pastorie te kiezen, maar aan de standvastigheid van de zusters valt niet meer te tornen. Het hoofdbestuur laat het oog vallen op de aankoop van een flinke boerderij met omliggende percelen ‘de Weidonk’ genaamd in het percelencomplex Grevekeur, in eigendom van de weduwe van den Hurk – Welvaarts uit Den Dungen en op dat moment bewoond door de weduwe van den Oetelaar. De laatste peinst er niet over loyaal mee te werken en alle verzoeken en aansporingen schijnen haar koud te laten. Totdat volgens de kroniekschrijfster ‘Onze Lieve Heer zelf ingrijpt’, want op een der zomerse dagen van de junimaand 1929 barst een zware onweersbui los boven Schijndel en ‘de eerste straal van het hemelvuur zet de boerderij in lichter laaien’, aldus de kronieken. Ze brandt tot op de grond toe af en de weduwe moet zich met de weinige huisraad die men heeft weten te redden, installeren in het onbeschadigd gebleven bakhuisje. De plannen komen nu in een stroomversnelling. Via notaris Lemans uit Sint Michielsgestel is de aankoop van de boerderij en de grond al op 19 juli 1929 voltrokken, getuige de correspondentie van deze notaris met de algemene overste zuster Marie Thérèse Veltman. Begin 1930 verzoekt de algemene overste aan de gemeente om de weg enigszins te verleggen en te zijner tijd ook te verharden. In augustus van dat jaar worden de architecten de Graaf uit Den Bosch en van Liempd uit Schijndel verzocht een voorlopig plan op te stellen en een tekening te maken. Deze ‘blauwdruk’ de dato 5 augustus 1931 is in de gemeentelijke stukken ook terug te vinden. |
Correspondentie uit de beginjaren Met het realiseren van een gebouw is natuurlijk niet alles geregeld. Ook inhoudelijke plannen maken deel uit van de overwegingen. De congregatie, als rechtspersoon sinds 1855 bekend als “Burgerlijk Zedelijk Lichaam Vereeniging van vrouwen ter verpleging van zieken en tot het geven van onderwijs” ontwerpt allerlei wensen en suggesties. Een van de inhoudelijke zaken is goedkeuring zien te krijgen voor een tuberculose-afdeling. De algemene overste schrijft daarom op 15 juli 1931 een brief aan Dr. L.A.Veeger te Nijmegen met de opmerking dat men van plan is een ‘nieuw eenvoudig ziekenhuis’ te bouwen, hoofdzakelijk voor de gemeente Schijndel. Op advies van de plaatselijke heren doktoren wil men er graag een afdeling openen voor TBC-patiënten in afzonderlijke kamers voor mannen en vrouwen, met ieder twee of drie bedden. Zij vraagt aan Dhr. Veeger de nodige inlichtingen en adviezen met betrekking tot de definitieve inrichting van zo’n afdeling en de ligging van dergelijke kamers en eventuele verdere eisen die men moet stellen. Het antwoord daarop is in de documentatie niet teruggevonden, maar wel een schrijven de dato 25 mei 1934 aan Dr.A.A.M.P.Koolen te Vught, die men inlichtingen vraagt over het verkrijgen van een definitieve goedkeuring voor een TBC-afdeling en het verzoek hieraan medewerking te verlenen en een persoonlijk bezoek te komen brengen aan de nieuwbouw, zodat op dat moment misschien nog adviezen gegeven kunnen worden m.b.t. de inrichting. Kort daarop volgt een schrijven van de ‘Provinciale Noord-Brabantsche Vereeniging ter bestrijding der tuberculose’ Bosscheweg 23 te Vught, waarin wordt doorgegeven dat de algemene overste zich moet wenden tot Dr.J.G.Bantjes inspecteur bij de volksgezondheid wonende Staringstraat 11 te Nijmegen. Andere documentatie hierover is niet aangetroffen. |
|
Het ontwerp van het nieuwe ziekenhuis annex klooster zoals architect |
Bouwactiviteiten 1930 – 1934 Direct na aankoop van de grond en de overdracht via de notaris zal begonnen worden met het grondwerk onder leiding van architect van Liempd uit Schijndel. De aannemer is de heer A. van Sambeek uit Heemstede. Als opzichter fungeert een zekere heer Kuper en als uitvoerder de heer Huismans, terwijl in een van de kranten ook een zekere Henskens wordt genoemd. Uit een in de gemeentelijke stukken bewaard gebleven kostenberekening is de periodisering in de bouwactiviteiten tot in detail vast te stellen. Het bodemonderzoek en de bronboringen worden uitgevoerd in de jaren 1930 en 1931. De grondwerken en het realiseren van de onderbouw van het complex volgen in 1932 incl. een reftervergroting en de aanleg van kolenkelders. De twee daarop volgende jaren worden gereserveerd voor de bovenbouw met bijkomende werkzaamheden voor de technische installaties, de uitbreiding van de slaapzaal, het afwerken van de warm- en koudwatervoorziening, kook- en wasinrichting en de ontijzering van de pompinstallatie en brandleidingen. Ook de totale electriciteitsinstallatie en de liften worden opgeleverd. Als laatste object komt aan bod het bouwen van de brug en een bijgebouw. De totale kosten waren geraamd op f 55.000,- maar, zoals heden ten dage ook nog het geval is bij dergelijke bouwobjecten, worden de begrotingskosten fors overschreden en is de slotsom f 67.000,-. Het hoofdgebouw heeft een inhoud van 3000 m3 , de ziekenhuisbouw van 5000 m3 . De grondboringen leveren een interessant detail op. Op twee plaatsen ontdekt men een moeras in het terrein zodat tot heien overgegaan moet worden. Er komt een wichelroedeloper, een cisterciënzermonnik van het klooster Mariënkroon, aan te pas die twee aders vindt die elkaar kruisen. Op het kruispunt boort men nu een zgn. Nortonput. Deze 64 meter diepe put ligt , volgens de kroniekschrijfster, rechts van de brug, op het grote gazon, enige meters voorbij het midden. De algemene overste heeft een bouwsubsidie aangevraagd van 25% en laat weten dat men graag een gracht om het terrein wil laten aanleggen. |
|
Het gerealiseerde statige gebouw met de karakteristieke voorgevel |
De gemeente Schijndel wil in de totale bouwkosten tegemoet komen, maar onder bepaalde condities. Ze stelt de dagelijkse verpleegkosten voor armlastige burgers op f 1,25. De bijdrage in de bouwkosten zal worden uitgesmeerd over 15 jaren en is later bijgesteld vanwege de meerkosten op 20 jaren en voor het verrichten van het grondwerk mogen uitsluitend Schijndelse mensen aangetrokken worden in deze tijd van werkverschaffing. De zusters kunnen zich in een deel van de condities vinden en uiteindelijk zijn 70% van de werkkrachten Schijndelse werklozen. In het ziekenhuis zal men minimaal acht armlastigen uit de gemeente opnemen, maar de verpleegkosten daarvan berekent de congregatie, na informaties te hebben ingewonnen in andere ziekenhuizen, op f 1,50. Over die laatste conditie is nogal wat gecorrespondeerd met het college van B&W, maar uiteindelijk winnen de zusters het pleidooi. Voorts worden op resp. 18 maart, 27 juli, 16 november 1933 enkele wijzigingen van het bestek voorgesteld en de laatste wijziging dateert van 29 juni 1934. Op 6 augustus van dat jaar moeten alle werkzaamheden voltooid zijn. Nadat alles is uitgevoerd volgens bestek en tekeningen en de kapelbanken van ‘prima noestvrij eikenhout’ zijn aangeleverd, kan tot de officiële opening van het nieuwe ‘zusterhuis annex pension en ziekenhuis’ besloten worden. Het wordt een grootse plechtigheid en de dagbladen van die dagen bezingen in allerlei toonaarden de nieuwe aanwinst voor Schijndel. |
Bronnen: Kloosterarchief – drie archiefdozen betreffende de stichting in de parochie Boschweg, die inmiddels volledig zijn geïnventariseerd en beschreven onder de inventarisnummers 4074-4134. Dagboeken van de congregatie – uit het bestuursarchief 1931-1967. |