Uit het kloosterarchief van onze zusters [49]
Sint Lidwina, een verhaal apart | |
De overhuis van moederhuis naar Huize Lidwina |
|
Geschenken bij de opening en aankopen uit latere jaren![]() Voor wat het orgel betreft is een korte aantekening van belang: dit kleine Smitsorgel stond destijds in het klooster Emmanuël te Son, dat in 1900 aldaar geschonken was door de Sonse pastoor Dobbelsteens. Men heeft het laten overbrengen naar Schijndel door de firma Bernard Pels uit Alkmaar. Uit een bijgevoegde nota is te lezen: “ kosten voor overplaatsing f 275,- ; het leveren van een windmachine fabrikaat ‘Ventus’ met toebehoren f 250,- ; meerkosten voor eikenbewerking der motorkast f 10,- ; voor een geleverd harmonium merk ‘Lindholm’ 1 spel 7 registers f 115,- ; totale kosten f 650,-“. Over de bijzondere kruisweg van Gerrit van Geffen is met name nogal wat gepubliceerd nadat bekend werd, dat de kapel vanwege de nieuwbouwplannen anno 2008-2009 een geheel andere bestemming zou krijgen en een groot deel van de in 1949 op de muur geschilderde 14 staties niet langer in tact zouden blijven omdat aan een kant van de kapel de ramen tot beneden toe zouden worden doorgetrokken. Deze kruisweg is destijds ingewijd door de Franciscaner monnik uit Weert. Samen met vele anderen was ook vooral de uit Gemert afkomstige Gerard, de enig ![]() Klik hier voor een link naar deze fotoreportage, klik daarna op "zoeken" en typ in "kruisweg". Daarna verschijnen de betreffende foto's. |
|
Ook particuliere giften en geschenken zijn bekend zoals bv. een altaar voor in de kapel van Marinus Welvaarts, een beeld van het Heilig Hart van Jezus en een staande klok van een zekere W. van der Kallen die in Lidwina werd verpleegd, een kruisbeeld van N. van Esch, het Angelusklokje door de beide heren architecten, de betegeling van het mortuarium geschonken door de firma Ras, een Mariabeeld aangeboden door Mertens en Janssen uit Tilburg aannemers van het schilderwerk. Daar blijft het echter niet bij. Over de periode 1936-1967 zijn nog diverse andere geschenken vastgelegd in de archieven. Vaak stelt men zich de vraag, zeker bij een ontruiming van een gebouw... waar komt dit toch vandaan...of hoe oud zou dit zijn....van wie zou men dit of dat gekregen hebben ? Daarom is het goed dat destijds iemand deze zaken zorgvuldig heeft genoteerd, met naam en toenaam van de weldoeners. Zo lezen we in het kloosterarchief op het moede![]() Gouden en zilveren kloosterfeesten blijken op meerdere momenten mooie gelegenheden te zijn geweest om gedane giften aan te wenden voor de gemeenschap. Zo wordt een eikenhouten Madonna geleverd door kunsthandel Borzo uit Den Bosch, betaald uit giften rond het gouden feest van de zusters Eustochium Steur, Aloysio Voets en Alphonsinie van Boxmeer (1965) en in hetzelfde jaar, een houten Sint Josephbeeld voor de kapel. Mejuffrouw Francisca Beekman, in het bejaardenhuis overleden, schenkt twee nieuwe kazuifels van de firma Stadelmeier, een wit van f 725,- en een groen van f 425,- (1966), terwijl haar broer Marinus Beekman, pensiongast, daar nog eens een godslamp van f 55,- en een lessenaar van f 175,- aan toevoegt. Uit giften ter gelegenheid van weer andere feesten worden bij Stadelmeier nog eens twee nieuwe kazuifels aangekocht. Zo bouwde men toch een interessante inventaris op in de loop van de jaren. Historisch gezien is de herkomst daarvan toch boeiend. |
|
De liefdewerken van de zusters Het nieuwe klooster krijgt een krachtige uitstraling. Zowel het religieus- als het lekenpersoneel bouwen al snel een imago op van bewondering en respect. De zusters gaan zich in de nieuwe Schijndelse wijk op diverse fronten belangeloos inzetten. Hun activiteiten bestaan voor een deel uit onderwijs in de in 1930 voltooide ‘bewaarschool’ Sint Tarcitius en de parochiële meisjesschool ofwel de Mariaschool, naast de bestaande, door de gemeente gestichte, jongensschool St.Aloysius. Het kleuteraantal op de Tarcitiusschool blijft maar groeien. In 1956 wordt bepaald dat niet meer dan 40 kleuters in één lokaal gehuisvest mogen worden. In het schooljaar 1963-1964 is er zelfs voor 38 kleuters geen ruimte meer en moet uitgezien worden naar een andere lokaliteit. De gemeente Schijndel stelt op dat moment twee mobiele of demontabele units ter beschikking, waarin twee groepen van 40 kleuters kunnen worden ondergebracht. Het genoemde gebouw staat echter aan de overzijde van de drukke Hoofdstraat/Boschweg nl. in de Leliestraat nr. 39. Op advies van de toenmalige inspectrice voor het kleuteronderwijs, Mej. H.G.Frederiks, wordt deze kleuterafdeling als een zelfstandige school beschouwd Met zuster Aloysia Marie Bosmans verhuizen de kleuters van de Gasthuisstraat uiteindelijk naar de Leliestraat, welke kleuterschool later zou worden ondergebracht in basisschool de Klimop. De Tarcitiusschool wordt in 1968 omgedoopt in ‘Nieuwe Lente’. De hoofden van de Mariaschool zijn achtereenvvolgens geweest: zuster Johannie Konings 1930-1931, zuster Stephana Aarts 1931-1935, zuster Benedicta Josepha van Dongen 1935-1940, zuster Antonilla vcan Onzenoort 1940-1960 en zuster Ancille Hendriks 1960 - 1975. De laatste sluit de rij wat de religieuze leerkrachten betreft. Na haar zijn er geen nieuwe zusters meer aangesteld, maar gaat de school over in lekenhanden. Haar opvolger is de heer Jan Gremmen. Onder het bestuur van de Katholieke Stichting Pastoor van Erp volgt dan in een later stadium de samenvoeging van de school aan de Cornelis Trompstraat en de Mariaschool aan de Gasthuisstraat, die tenslotte opgaan in basisschool de Toekomst, die later Kwekkeveld genoemd gaat worden. De congregatie besluit de onderwijsperiode helemaal als ook de laatste hoofdleidster van de ‘Nieuwe Lente’ afscheid neemt en zuster Marie Bernarde van Dijk als hulpleidster aan de kleuterafdeling van basisschool Klimop in 1981 haar onderwijsloopbaan aldaar besluit. Intern ligt echter op Huize Lidwina, naast de onderwijstaak ‘buitenshuis’ toch altijd het hoofdaccent van de liefdewerken op verzorging van ouden van dagen na de opheffing van het gasthuis van het moederhuis, in het kleine ziekenhuis de zieken- en kraamverpleging, hulpverlening bij zieken thuis zoals bv. het waken, de verzorging van overleden dorpsbewoners zowel de zorg aan huis als in het mortuarium, hulpverlening in oorlogstijd en pastoriehulp. Een rijk scala aan dienstverlening ten behoeve van de Schijndelse bevolking. |
|
|
![]() |
Het scholencomplex Maria- en Tarcisiusschool uit de jaren ’30 zoals dat is ontworpen door architect van Liempd compleet met zandpad en verder een nog lommerrijke omgeving |
Het kloosterkerkhof van huize Lidwina |
Het kerkhof bij Huize Lidwina Op 14 mei 1938 wordt er door de algemene overste een verzoek gericht aan het college van B&W van Schijndel, om in de tuin van Huize Lidwina een eigen kerkhof te mogen aanleggen, speciaal bedoeld voor de zusters van de congregatie. Een gelijkluidend verzoek wordt ook ingestuurd naar de bisschop van Den Bosch monseigneur Diepen. Enkele dagen later al volgt de goedkeuring. Het nieuw aangelegde kerkhof wordt op 29 juni 1938 door pastoor Pessers volgens de richtlijnen van de kerkelijke ritus plechtig ingezegend. In het najaar van 1950 wordt het zelfs nog vergroot. Ruim 35 jaren na de aanleg, te weten 1 november 1973, reageert het gemeentebestuur op een verzoek van de congregatie en schrijft letterlijk: “...dat de zusters van het kerkhof van St.Lidwina , gelet op artikel 12 van de wet op de lijkenverzorging, mogen worden opgegraven en herbegraven op de kloosterbegraafplaats van verpleeghuis Sint Barbara, onder conditie dat terstond na de opgraving elk lijk wordt geborgen in een nieuwe lijkkist, dat de werkzaamheden geschieden tussen zonsopgang en zonsondergang en tenminste 12 uren voor dat de werkzaamheden beginnen moet het tijdstip van aanvang worden meegedeeld aan de groepscommandant van de rijkspolitie”. Op 7 en 8 maart 1975 tenslotte is het kerkhof van Huize Lidwina opgegraven en zijn de lijken van de genoemde zusters herbegraven op de Eerdsebaan. Een lijst van zusters overleden tussen 1938-1971 is in het kloosterarchief bewaard |
|
Bronnen: Kloosterarchief – drie archiefdozen betreffende de stichting in de parochie Boschweg, die inmiddels volledig zijn geïnventariseerd en beschreven onder de inventarisnummers 4074-4134 Dagboeken van de congregatie – uit het bestuursarchief 1931-1967 Fotoarchief van de congregatie |