Uit het kloosterarchief van onze zusters [56]

Sint Lidwina, een verhaal apart
 

Reactie uit publiek
Verschillende mensen hebben op de artikelen over Lidwina gereageerd n.a.v. de afgedrukte foto’s waarin ze familieleden herkenden. Onder hen iemand die tegelijkertijd een ‘tegenprestatie’ leverde door het opsturen van een twee totaal onbekende fotootjes uit 1924 over de in aanbouw zijnde kweekschool naast het moederhuis. Paul Bos, die ze via zijn broer heeft gekregen, vertelde dat ze uiteindelijk afkomstig zijn van de dochter van toenmalige aannemer Seegers uit Nijmegen. Vanwege de grote afstand heeft die aannemer destijds een huisje gebouwd om dicht bij de bouw te kunnen wonen. Hier poseert hij met zijn vrouw voor het bijgebouwtje.

bouw kweekschool prsc1.jpg bouw kweekschool prsc2.jpg
De bouw van de kweekschool en het tijdelijk woonhuis van aannemer Seegers anno 1925.

Een heldere intentieverklaring
De visie op bejaardenzorg en verpleging is voortdurend aan veranderingen onderhevig. Soms raken ontwikkelingen in een stroomversnelling. Dat kan misschien achteraf ook gezegd worden van de bestuursoverdracht voor Huize Lidwina. Op 18 juli 1987 immers presenteren de beide besturen nl. dat van de congregatie van de Zusters van Liefde en de Stichting Schijndelse Verzorgingscentra een intentieverklaring. Men wil graag een werkgroep in het leven roepen, die de bestuurlijke overdracht en de organisatie van een nieuw samenwerkingsverband tussen beide organisaties nader gaat uitwerken. Deze werkgroep wordt geformeerd vanuit de beide bestuurscolleges, aangevuld met de betrokken directies van zowel Mgr. Bekkershuis als Huize Lidwina. De basis voor deze overdracht is gelegen in de vernieuwde visie op de kwaliteit van de ouderenzorg in Schijndel en op het beleid dat de zusters ontwikkelen ten aanzien van hun bejaardenhuizen die door leken worden gerund. Kleinere bejaardenhuizen met 45 bewoners worden samengevoegd. Dat past op dat moment ook binnen de politieke opvattingen in de provincie Noord Brabant. Juist één bestuurlijk orgaan zal beter en doelmatiger kunnen werken, de directe samenwerking tussen de beide bejaardenhuizen zal nauwer worden en de kwaliteit van zowel huisvesting als zorgverlening aan de ouderen zal daarmee gediend zijn, is de redenering. De bedoeling is dat de werkgroep binnen een half jaar een plan van aanpak zal overleggen. Bij de overdracht zullen geen ontslagen vallen onder het personeel. Bij deze toekomstige overdracht is het de bedoeling duidelijke afspraken te maken over de nieuwe directie, toen eenmaal bekend was dat mevrouw Ria Verstijnen-Hijl op 60-jarige leeftijd haar functie zou gaan neerleggen. De uiteindelijke intentie is dat de beide Schijndelse bejaardenhuizen alsook de bejaardenwoningen van Deken Baekershof en Lidwinahof en de aanleunwoningen onder één directie gaan vallen, op het moment dat ook de directrice van het Mgr. Bekkershuis, zuster Jeannette Marie Hendriks met pensioen gaat. Tevens zal men afspraken maken over de groep zusters die nu nog in Huize Lidwina woont.

0238.jpg
Het Lidwinacomplex gezien vanuit de tuin

Afscheid van mevrouw Verstijnen-Hijl directrice prsc.jpg
In november 1987 wordt door zuster Florentina van Calsteren het afscheid van de directrice van Huize Lidwina aangekondigd. Op 1 december immers zal mevrouw Verstijnen-Hijl, na 16 directiejaren, haar functie neerleggen. Daarom wil men op maandag 30 november deze levensperiode van de directrice graag feestelijk afsluiten. Kort voor haar feest volgt een interview in het Schijndels Weekblad. Ze gaat daarbij in op haar functioneren als leidster in een tehuis voor werkende meisjes en later als directrice van het kinderinternaat te Santa Rosa in Willemstad op Curaçao, een internaat onder verantwoordelijkheid van de Zusters van Schijndel. De band met de congregatie was al gesmeed. De overstap naar een bejaardenhuis in Nederland was overigens wel even wennen! Ze pakt haar nieuwe taak met enthousiasme aan. Vanuit haar sociaal-pedagogische opleiding en vorming ligt het hoofdaccent binnen haar directieperiode primair op het sociale vlak.
Huize Lidwina wil een open instelling zijn, is de mening van de scheidende directrice. Een van haar meest markante slogans is, dat het werk van een directrice moet bestaan uit ‘begeleiding’ in plaats van ‘leiding’. Directrice mevrouw Verstijnen heeft veel energie gestopt in haar ‘job’ en terecht werd haar dan ook door burgemeester Scholten het koninklijk goud opgespeld en mocht zij zich voortaan Ridder in de Orde van Oranje-Nassau noemen

Benoeming van een nieuwe directeur
Met ingang van 1 juni 1988 zal de uit Sint Oedenrode afkomstige heer Wim van Meijl de leiding overnemen. Hij heeft 12 jaren lang in zijn functie als hoofd van de gezins- en bejaardenzorg in Sint Oedenrode en bij de Stichting ‘De Peelrand’ in Beek en Donk ruime ervaring opgedaan en krijgt de opdracht de eenhoofdige directie van beide Schijndelse bejaardenhuizen vorm te geven. Al vrij vroeg in zijn nieuwe functie maakt hij de definitieve overdracht mee van Huize Lidwina, dat op 8 juli van dat jaar bij notariële acte, gepasseerd voor notaris Ch. van Haaren, wordt overgedragen aan de Stichting Schijndelse Verzorgingscentra. Het door de congregatie van de zusters gebouwde zieken- en bejaardenhuis is vanaf dat moment geen eigendom meer van de congregatie. De nieuwe directeur wordt geconfronteerd met budgettering en bezuinigingsronden. Het totale dienstenpakket zal moeten worden aangepast. Het op til zijnde veranderingsproces vraagt om een goede enthousiaste manager, om inventiviteit, creativiteit, flexibiliteit en gezonde realiteitszin. Dat was ook de slotconclusie van de scheidende directrice mevrouw Verstijnen.

0245.jpg
Luchtfoto van het gebouwencomplex ziekenhuis, klooster en mortuarium
   

Een gemeentelijke nota verschijnt
In mei 1988 stuurt de gemeente Schijndel een nota over het ouderenbeleid naar zo’n 20-tal organisaties in en buiten Schijndel, die te maken hebben met de zorg voor ouderen. Een groot aantal instellingen sturen een, soms lijvige, reactie in. Alle reacties worden vervolgens verwerkt en in september volgt de definitieve versie van de gemeentelijke nota betreffende het ouderenbeleid. De Stichting Schijndelse Verzorgingscentra (SSV) reageert hierop en verzoekt de gemeente uitdrukkelijk aandacht te schenken aan een groeiend tekort aan verzorgingsbedden. De stichting spreekt zelfs van een ‘zorgelijke ontwikkeling’. Beide bejaardenhuizen beschikken samen over 113 bedden, gebaseerd op de zgn. 7 % - regeling, waarbij het aantal bedden wordt bepaald op 7 % van de inwoners boven de 65 jaar. De provincie staat een nieuwe regeling voor en wil het percentage terugbrengen naar 6,2 % of nog lager. Daarom zal het tekort aan verzorgingsbedden in Schijndel nog verder teruglopen. Bovendien, zo wordt gesteld, kan Schijndel ook niet profiteren van ‘overschotten’ elders in de regio, omdat ook zij te weinig bedden hebben. Overleg met de provincie is dan ook dringend gewenst.
Het verpleeghuis Sint Barbara kent nog wel een beddenoverschot, dat wil zeggen dat er meer verpleegbedden zijn dan in wezen wordt toegestaan. De voorspellingen geven aan dat ook dit overschot in 1995 zal omslaan in een tekort. Uitbreiding zal dan nodig zijn en verder wil de gemeente Schijndel bekijken wat er gedaan kan worden aan de situatie dat twee samenlevende ouderen gescheiden moeten leven als een van hen hulpbehoevend wordt. Allemaal politieke thematieken die gevoelig liggen en de nodige consequenties hebben. Op basis van de reacties is ook een bijstelling van de cijfers doorgevoerd voor wat betreft het aantal woningen voor ouderen. Stelde men aanvankelijk dit aantal op 354, bij nader inzien blijkt dit 374 te zijn. In de periode 1989-1990 beschikt Schijndel dus over voldoende woningen. Pas in 1992 zal een uitbreiding moeten komen van 95 woningen. Overleg met het stadsgewest is gewenst en men wil graag een diepgaander onderzoek naar de werkelijke woningvoorraad en de geschiktheid daarvan voor de Schijndelse ouderen. Via onderzoek komt er misschien meer inzicht in de hele materie. In de ontwerpnota worden vele zorgpunten zorgvuldig op een rij gezet en zal verder over de toekomst van de Schijndelse ouderenvoorzieningen worden nagedacht.

Mogelijkheden tot dagopvang
Een van die zorgpunten is de dagopvang voor ouderen. Volgens directeur Wim van Meijl is het verstandig hierbij ruimschoots gebruik te maken van de beschikbare ruimten op de tweede etage van Huize Lidwina. Daar bleef tot op heden veel ruimte onbenut! In overleg met de brandweer wordt deze etage brandveilig gemaakt. Overal worden brandmelders gehangen, die rechtstreeks in verbinding staan met de brandweer in Den Bosch. Ook de aanwezigheid van een lift wordt als een groot voordeel gezien, omdat de mensen de betreffende ruimten zonder veel moeite kunnen bereiken. Tenslotte gaat het in feite om een groep van ongeveer tien personen. Vóór 10 oktober wil men nog de vereiste subsidie-aanvraag versturen, zodat per 1 januari 1989 de opvang van start kan gaan. Met de dagopvang van de ouderen wil men bereiken dat deze mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Een werkgroep bestaande uit de directie van Mgr. Bekkershuis en Huize Lidwina, een ambtenaar van de gemeente, vertegenwoordigers van de Bossche Ommelanden, het regionaal kruiswerk en vertegenwoordigers van de Stichting Gecoördineerd Bejaardenwerk Schijndel, krijgt de opdracht de plannen verder uit te werken en een kostenberekening te maken t.a.v. inrichtingskosten, administratie, vervoer, huur, maaltijden, vrijwilligers- en personeelskosten en daarover te rapporteren. De plannen komen uiteindelijk rond en in mei 1989 bericht een journalist over een ‘eerste kennismaking met het project dagverzorging’ op Huize Lidwina. Schijndelse ouderen die nog zelfstandig wonen, maar wel enige vorm van verzorging behoeven, kunnen voortaan op dinsdag en donderdag aan dit dagverzorgingsproject deelnemen. De leiding berust bij twee bejaardenverzorgsters, die op die dagen twee groepen leiden. Verder zijn er 11 vrijwilligers die de nodige hand- en spandiensten verrichten.

   
0254.jpg

De imposante voorgevel van Lidwina met de fraaie bloementuin

 

Gedeputeerde Lambert van Nistelrooij op werkbezoek
Dat het statige gebouw Huize Lidwina als bejaardenhuis aan een grondige renovatie toe is na ruim 60 jaren verwondert niemand. Renovatieplannen heeft men en de realisering ervan hoopt men in 1995 waar te kunnen maken. Er wordt echter het nodige roet in het eten gegooid. Door het bekende ‘plan Simons’, ontwikkeld in het kader van de totale gezondheidszorg, dreigt de hoognodige verbouwing tussen wal en schip te raken. Men is van zins in juli 1992 de provinciaal gedeputeerde de heer Lambert van Nistelrooij uit te nodigen om de problemen van Huize Lidwina en andere samenhangende ouderenbeleidszaken aan hem voor te leggen. In het verzorgingshuis aan de Jan van Amstelstraat wonen 50 ouderen, maar gezien de beschikbare ruimte is er plaats voor het dubbele. De brandonveilige tweede verdieping met z’n 220 rookmelders en het vele hout gaan aanpassen is geen reële optie. Een ander probleem van Huize Lidwina zijn de kleine kamertjes zonder toilet. Wonen, slapen en wassen op 12-18 m2 is echt niet meer van deze tijd. Vanwege het ontbreken van een eigen toilet, neemt de po-stoel een prominente plaats in in de toch al te kleine behuizing. Directeur van Meijl wil het liefste zo snel mogelijk concrete plannen maken. Naast de bouwplannen voor Huize Lidwina, zijn ook het samengaan met het Mgr. Bekkershuis en samenwerking met verpleeghuis Sint Barbara in beeld. In de adviescommissie voor ouderenzorg, waarin naast de directies van de afzonderlijke huizen ook huisartsen, gezinszorg, wijkzorg, ouderenwerk en gemeente vertegenwoordigd zijn, probeert men alle zorgaspecten goed op elkaar af te stemmen. Er is een tekort aan bedden, want er bestaat anno 1992 een wachtlijst van 35-40 mensen. Tegelijkertijd is de behoefte aan een verpleeghuis sterk gegroeid. Sint Barbara, primair een verpleeghuis voor religieuzen, neemt weliswaar leken op, maar slechts in beperkte mate. Concreet betekent dit alles, dat de Schijndelse ouderen verspreid wonen in maar liefst 12 verpleeghuizen in omliggende gemeenten tussen Boxtel en Ammerzoden. Wat enig licht in de zaak kan brengen is een mogelijke uitbreiding van verpleeghuis Sint Barbara met 40 nieuwe plaatsen. Daarmee komt de totale capaciteit op 120 plaatsen. Gedeputeerde van Nistelrooij doorziet de problemen en breekt nog eens een lans voor het langer zelfstandig wonen van ouderen, vindt dat de dagopvang een goed initiatief is en feliciteert Schijndel, dat men daar gezamenlijk de handen ineen wil slaan om de problemen in samenhang met elkaar zo goed mogelijk op te lossen. Om het langer zelfstandig wonen van ouderen te bevorderen is ook een initiatief als maaltijdvoorzieningen (in 1992 meer dan 30.00 per jaar) van grote waarde. Het werkbezoek wordt als zeer zinvol en productief ervaren. De gedeputeerde belooft serieus mee te denken!
Medio 1994 wordt aan Monique Schippers studente aan de Katholieke Universiteit Brabant de opdracht gegeven onderzoek te doen naar de woon- zorgbehoefte van de Schijndelse ouderen in het perspectief van bovengeschetste ontwikkelingen. De conclusies van dit onderzoek hebben geleid tot de volgende plannen: Huize Lidwina centrum maken voor zelfstandig wonende ouderen; Mgr. Bekkershuis ombouwen tot woon- zorgcentrum voor 113 ouderen (capaciteit Mgr. Bekkershuis 63 + Huize Lidwina 50) en categoriaal verpleeghuis Sint Barbara bestemmen voor religieuzen en Schijndelse verpleegbehoeftigen.