Uit het kloosterarchief van onze zusters [61]
Een lange weg te gaan
De nieuwbouwplannen voor een modern ingerichte industrie- en huishoudschool hebben alle aandacht van zusters, gemeente en de Stichting Sancta Maria. Een school annex internaat realiseren op een bouwterrein aan de Hoofdstraat, waarvan de zusters hadden gezegd dat het hun eigen grond was,
wordt kritisch bekeken. Op 24 november 1950 reizen vicares zr. Marie Theresia Veltman en zuster Clementina van Helvert als de huidige directrice van de huishoudschool, en architect van de Meerendonk af naar Den Haag voor nader overleg met Mej. Michels de inspectrice van het Nijverheidsonderwijs. De architect is gevraagd een nieuw plan te maken voor 12 klassen, een overblijflokaal en drie kamers. Het te bouwen internaat komt geheel voor rekening van de congregatie en komt enigszins gescheiden van het schoolgebouw te staan. Bovendien dient men rekening te houden met een ruimte voor de plaatsing van zo’n 180 fietsen. De zaak vlot niet erg.
![]() |
|
Een groep van de huishoudschool van rond 1950 1e rij v.l.n.r: Mientje van Vugt, Leonie van Roessel, Willie van Roessel, Ellie Klerx, Ria van Weert, Truus van de Velden, Liesje Verhoeven; 2e rij v.l.n.r: Fientje Bot, Marietje Pijnappels, Martina van Grinsven, NN. den Otter. Addy de Louwere, Nel van Rooij [coll. De Brabantse foto-centrale te Geffen] |
|
Vanuit het ministerie van onderwijs laat men in december 1951 echter weten dat het terrein wat men op het oog heeft te klein is en bovendien ongunstig gelegen. Door de planologische dienst wordt helemaal roet in het eten gestrooid, door de zusters erop te wijzen dat op die plek niet gebouwd mag worden en men dient uit te zien naar een andere locatie. Maar de zusters houden vast aan hun voorgenomen besluit en berichten aan een van de gemeentelijke ambtenaren, dat het terrein wat hen betreft nog wel wat vergroot kan worden, want het is hun eigen grond. Ze voegen er nog aan toe, dat ze er niet aan denken een ander terrein te gaan zoeken. Tussentijds gaan de directrices en leraressen van de huishoudscholen van de congregatie nl. die van Schijndel, Eindhoven [Hemelrijken] en Geldrop op bezoek bij hun collega’s in Borne [Ov.], waar de huishoudschool onlangs is uitgebreid. Ze maken er een studiedag van en bekijken allereerst het gebouw en buigen zich vervolgens over allerhande vernieuwingen die ze graag willen gaan doorvoeren binnen de onderscheiden vakgebieden. Nog steeds heeft men de locatie aan de Hoofdstraat op het oog. Vanuit de gemeente Schijndel echter zoekt men contact met het adviesbureau van de rijksgebouwendienst en legt het probleem aan hen voor. Op 21 mei 1952 volgt de definitieve slotconclusie…… daar bouwen is geen optie, onhaalbaar en de congregatie zal echt moeten uitzien naar een ander bouwterrein. |
|
![]() |
|
Een groep van de huishoudschool van vóór 1955 met 1e rij v.l.n.r.: Riek Voets, A. Schellekens, B. van Zoggel, Maria van de Zanden, Zus Smulders, Corrie Majoor, Mien Goossens, Riek van Alebeek, Annie van den Oever; 2e rij Pieter van der Aa, Gerda van Oorschot, Betsie Sleutjes, Joke van de Ven, D. van den Biggelaar, Riek van de Velden, Thera van Bers, Annie Stempelbroek |
|
Er komt langzamerhand schot in De beide architecten Van Liempd en van de Meerendonk gaan aan de slag, vervaardigen de nodige schetstekeningen en stellen een begroting op van de geraamde stichtingskosten. Op het ministerie vinden ze de kosten aan de hoge kant, de gemeenteraad Schijndel kan ‘ermee leven’, maar uiteindelijk zijn ze toch met f 200.000 verlaagd. Het is niet erg zinvol alle details uit de diverse werkbesprekingen de revue te laten passeren. Het betreft een waslijst aan wijzigingen. Ten slotte vraagt men in Den Haag om nieuwe tekeningen en een actuele kostenberekening, zodat een eventuele aanbesteding weer uitgesteld wordt, want dat kan nl. niet zonder goedkeuring van de minister voor Wederopbouw en Volkshuisvesting. Medio 1954 schiet de Rabobank Schijndel financieel te hulp. In oktober van dat jaar stuurt men de urgentieverklaring in nodig voor de rijksgoedkeuring en sluit daarbij in alle gewijzigde bestektekeningen. Op 10 december 1954 komt het bericht binnen dat de aanbesteding van de nieuwbouw kan doorgaan. Die tilt men over het oud jaar en de openbare aanbesteding wordt vastgesteld op 10 januari 1955. Liefst 34 inschrijvers hebben zich gemeld, het merendeel Brabantse bedrijven. Hoogste inschrijver is G. van Heesch van Tilbouw uit Tilburg voor een bedrag van f 459.450 en de laagste M. Versteegde uit Uden voor f 358.600. Intussen kampen de zusters wel met een chronisch tekort aan huishoudlokalen in het moederhuis. Een gedeeltelijke oplossing wordt gevonden door de overplaatsing in 1956 van drie naailokalen naar het bondsgebouw van de N.C.B. in afwachting van de voltooiing van de nieuwbouw aan de Pastoor van Erpstraat. In hetzelfde jaar komt er ook een wisseling van de wacht bij de inspectie van het nijverheidsonderwijs. Mej. Lommen wordt vervangen door inspectrice Cals. De bouw is nu in volle gang en vordert gestaag. Januari 1957 is men al zover dat een deel van de nieuwe huishoudschool in gebruik genomen kan worden nl. die van de theorie-, naai- en A.V.O.-lokalen. De keukens en huishoudlokalen laten nog even op zich wachten, maar tot Pasen treft men hiervoor voorzieningen in de oude lokalen in het moederhuis. De eerste oplevering geschiedt op 18 oktober 1957, terwijl de hele nieuwbouw al in september in gebruik is genomen. |
|
|
|
Een groepsfoto en een herinneringsprentje voor leerlingen van de huishoudschool die op retraite |
|
bronnen: Dagboeken van de congregatie over de periode 1931-1967 Gerda Godrie van Gils [2008] Vrouwelijke vorming tussen Martha en Maria – katholiek huishoudonderwijs in Noord Brabant 1919-1968 Louis van Dijk [2008] Historie Onderwijs Schijndel in 3 delen – deel 1 hoofdstuk 17 Schijndels Weekblad – januarinummer van 1949 |
|