|
 |

|
De nieuwbouw van de huishoudschool aan de Pastoor van Erpstraat, die inmiddels al weer helemaal uit het straatbeeld is verdwenen
|
Prospectus voor de internen Een aantal meisjes dat de huishoudschool bezoekt is intern. Voor deze internaatsmeisjes is een aparte prospectus opgesteld. Daarin kan men o.a. lezen dat het kostgeld f 200,= per jaar bedraagt, dat in drie termijnen betaald kan worden nl. rond de drie vakanties. Een meisje dat van de gelegenheid gebruik wil maken om pianoles te halen betaalt f 45,=. Voor het wassen en baden rekent men f 15,= en voor beddengoed f 3,=. Het dragen van armbanden, ringen en horloges is niet toegestaan. Voor de internaatsleerlingen bestaat een vaste bezoekdag. Bij verjaardagen wordt voor snoep of een cadeautje gezorgd. Daarvoor wordt f 2,- tot f 2,50 in rekening gebracht. Snoep of fruit wordt onderling verdeeld. De meisjes mogen geen ‘fantasiekaarten’ ontvangen of verzenden. Ze mogen ook geen foto’s, boeken of tijdschriften meebrengen en ook geen albums. Volgens onze huidige begrippen wat ‘rare maatregelen’ maar voor die tijd de gewoonste zaak van de wereld op internaten en kostscholen of pensionaten.
|
 |
Een groep zusters die was verbonden aan huishoudschool Sancta Maria v.l.n.r. zittend: zr. Genesia Vrooyink, staande v.l.n.r. zr. Xaveria van den Boom, zr. Henriëtte Marie Versteegde, zr. Ignatia Hettema, zr. Petronella Maria van Zeeland, zittend rechts: zr. Leonarda Samson
|
Nieuwe initiatieven Een aantal maanden na de officiële opening komt inspectrice Cals terug op het moederhuis om een bespreking bij te wonen over een nieuwe aan de huishoudschool verbonden cursus nl. die van bejaardenhelpster. Die cursus start op 6 oktober 1958 en de 18 cursisten zijn louter zusters van de congregatie, die al her en der in huizen voor bejaarden werken. Ze leggen aan het einde van deze tweejarige cursus een examen af en behalen vervolgens het diploma dat hen de bevoegdheid geeft tot bejaardenhelpster. Daarna hebben ze zich ingeschreven voor nóg een tweejarige cursus die hen opleidt tot bejaardenverzorgster. Door de inspectie wordt dit type opleiding kritisch gevolgd. Inspectrice L. Witbroek komt hoogst persoonlijk naar Schijndel om een serie lessen te volgen. Enige jaren later [1960] volgt de opleiding tot kinderverzorgster. Omdat de meisjes stages kunnen doorlopen op bv. het instituut voor doven te Sint Michielsgestel en huize Sint Jozef te Eersel wordt deze nieuwe opleidingsvorm toegestaan. Voorwaarde is wel dat er minimaal 16 cursisten zijn per 1 september 1960. De huishoudschool is in handen van de congregatie en dat biedt natuurlijk mogelijkheden om op diverse plaatsen in den lande congregatieprojecten te bezoeken. Zo gaat in juni 1961 zuster Josephia Havekes met 45 cursisten van de cursus bejaardenhelpster, zusters en internen, aangevuld met ziekenhelpsters uit Woensel, naar het nieuw gebouwde bejaardenhuis ‘Ten Anker’ in Den Helder. Dat ook binnen het huishoudonderwijs nieuwe ontwikkelingen worden overwogen wordt duidelijk als inspecteur Wintermans een diepgaand gesprek heeft met zuster Véronique waarin hij de visie neerlegt over de toekomst van dit type onderwijs. In 1970 wordt een IHNO-afdeling aan de school toegevoegd. |

|
Lekenpersoneel verbonden aan de huishoudschool Sancta Maria in de jaren ’60 v.l.n.r. 1e rij Riek Schevers en Annie Boeren, 2e rij Jo de Visser, onbekend, Mimi Verhoeven en Willy Schevers en 3e rij Alda Sterken, Nel Sterken, onbekend
|
Zuster Henriëtte Marie Versteegde directrice Op 12 februari 1965 publiceert de redacteur van het Schijndels Weekblad een kort en bondig verslag van de feestelijkheden rond het 25-jarig kloosterjubileum van de directrice van de huishoudschool zuster Henriëtte Marie Versteegde, zelf vakbekwaam lerares in naaldvakken. Het is een fantastische huldiging geweest met een feestlied waarin de hele levensloop van de jubilaresse symbolisch werd uitgebeeld. Als cadeau ontving ze een fors bedrag voor de blindenschool van de zusters in Zambia. Ruim 14 jaren later staat een nieuwe huldiging op het programma nl. haar zilveren ambtsjubileum als directrice van Sancta Maria. Tussen 1954 en 1979 is haar huishoudschool uitgegroeid tot een modern instituut voor lager en middelbaar beroepsonderwijs met 630 leerlingen en rond de 50 docenten. Ze bezit als directrice de gave zich perfect aan te passen aan nieuwe ideeën en ontwikkelingen binnen het onderwijs en leiding te geven aan dat vernieuwingsproces. Een betrokken directrice, die graag alle aandacht wil geven aan de persoonlijkheidsontwikkeling van de jeugd die aan haar zorgen is toevertrouwd. Haar devies is geweest….”kennis bezitten is mooi en van belang, maar je moet je op de eerste plaats als mens kunnen bewegen in de maatschappij’. Een ander belangrijk uitgangspunt van haar is ….”het team moet een stuk ideologie in de school brengen en zichzelf blijven vernieuwen”. Binnen de samenleving bestonden her en der wel wat misverstanden over het LHNO, maar zuster Henriëtte Marie greep zowat elke gelegenheid aan om dat beeld bij te stellen. Ze laat in 1979 weten, wat ook wordt ondersteund door haar adjunct C. Versmissen, dat het LHNO een moderne lagere beroepsopleiding is die opleidt voor beroepen als winkel- en kantoorbediende, huishoudelijke assistente en doorstroming naar allerlei middelbare opleidingen is altijd mogelijk, zoals bv. de middelbare opleiding verbonden aan Sancta Maria voor kinder- en jeugdverzorging. Veel afgestudeerde meisjes tekenen in voor vervolgopleidingen, hetzij via een dagopleiding of binnen het leerlingwezen, waar je werken kunt combineren met enige dagen of dagdelen per week naar school. Een van haar speerpunten van beleid is een betere selectieprocedure voor de keuze van de vorm van voortgezet onderwijs. Ook ventileerde ze nogal eens hoe ze dacht over het gemis aan een afdeling voor lager economisch administratief onderwijs [LEAO]. In 1979 ontvouwt men plannen om het bestuur van de LHNO over te dragen aan een lekenbestuur. |

|
Een groep 1e jaars van de huishoudschool afdeling LHNO 1970-1971 - 1e rij: Ellie van Alebeek, Jetje Kanters, Reni van Aarle, Anita Gevers, Ans Manders, Thea Kluijtmans; 2e rij: Juffrouw de Visser, Marleen de Bitter, Mieke van Breugel, Jeanne van Oorschot en José van de Rijdt; 3e rij: Petra Smits, Oda Bax, onbekend, Anja Brus
|
|
bronnen: Dagboeken van de congregatie over de periode 1931-1967 Gerda Godrie van Gils [2008] Vrouwelijke vorming tussen Martha en Maria – katholiek huishoudonderwijs in Noord Brabant 1919-1968 Louis van Dijk [2008] Historie Onderwijs Schijndel in 3 delen – deel 1 hoofdstuk 17 Met dank aan zuster Stanislas Hendriks voor de onderschriften bij diverse foto’s. |
|
|