Uit het kloosterarchief van onze zusters [64]

Mariaschool Pastoor van Erpstraat 4
In het moederhuis is tot 1906 de lagere school gevestigd geweest, de meisjesschool van de zusters, bekend als ‘de binnenschool’. Door een chronisch gebrek aan ruimte vanwege de sterke groei van het aantal congregatieleden en de opvallende toename van internaatsleerlingen van de kweekschool is naar een alternatief gezocht om die te verplaatsen naar een andere locatie. Dankzij de aankoop van de oude boerderij van de familie van oud-burgemeester P. Verhagen komt er, na afbraak van het gebouw, ruimte om tegenover de hoofdingang van het moederhuis een 11-klassige meisjesschool te bouwen. De straat heet dan nog Heikantstraat en de school is bekend onder B 175. Na 1936, het jaar van het eeuwfeest, wordt de straatnaam omgedoopt in Pastoor van Erpstraat en is de meisjesschool no.4. De eerste steen daartoe wordt ingemetseld door rector Sanders op 19 juli [feestdag van de H.Vincentius à Paulo] 1906. De school wordt Mariaschool gedoopt en in de steen zijn de initialen zichtbaar JMJV = Jezus Maria Jozef en Vincentius. Architect is J. Heijkants uit Erp en opzichter A. Merks uit Schijndel.

 

0652.jpg

De achterzijde van de boerderij van de familie Verhagen, in 1905 aangekocht, in 1906 gesloopt en het terrein is inmiddels sinds 2001 parkeerplaats voor het personeel op de Mariahoeve en op het generalaat
 

 

0757.jpg

Eerste steen voor het nieuwe schoolgebouw
 

De zusters hebben in de beginjaren van de 20e eeuw in het centrum het onderwijs aan meisjes stevig in handen nl. de Mariaschool ook nog de zondagsschool. Naast het hoofd der school werken er de nodige hulponderwijzeressen en veel kwekelingen. De kwekelingen die er werken zijn natuurlijk afkomstig van de eigen kweekschool. Naast kinderen die keurig schoolgeld betaalden waren er in 1909 toch 197 kinderen, iets minder dan de helft, die kosteloos onderwijs mochten genieten. Deze school is ook voorzien geweest van een spijskokerij, waar de armere kinderen ’s middags op stevige soep worden getrakteerd en op roggebrood met reuzel besmeerd. Het is een centrale spijskokerij die ook open staat voor de kinderen van de openbare school. De voedselvoorziening daar komt voor rekening van de Sint Vincentiusvereniging. De term ‘zondagsschool’ verdient enige uitleg. Het is voor de zusters een vorm van opvang voor de wat oudere meisjes waarbij vooral de godsdienstige vorming een prominente plaats krijgt o.a. de voorbereiding op sacramenten, katechismusverklaring, bijbelverhalen vertellen, inoefenen van gebeden en andere godsdienstige oefeningen instuderen. In het nieuwe schoolgebouw is in een aangebouwde vleugel ook de bewaarschool gevestigd. Daar zitten zowel jongetjes als meisjes. In het jaar 1921 is boven de bestaande lokalen nog een verdieping geplaatst.
In het kloosterarchief bevindt zich een indrukwekkende lijst van zusters die als onderwijzeres of vakleerkracht werkzaam zijn geweest op de Mariaschool en ook een uitgebreid overzicht van alle hoofdleidsters en leidsters van de kleuterafdeling.
 

0268.jpg

Personeel van de Mariaschool anno 1952 v.l.n.r. zr. Joseph Meijers, zr. Marie Henrice van de Sande, zr. Theresiana Horbach, zr. Verena Thijssen, Juffrouw Netty de Louwere, zr. Jesualda van de Leemputten, zr. Marie Immaculata van de Munckhof, zr. Antonie Roijackers, zr. Herlinda Wever, zr. Marie Lidwina Beckers, zr. Jacquelino Kuiten en zr. Marie Laurenza Verbakel
 

Eind jaren ’20 zit de groei er goed in. Een tweede 6e klas komt er bij en ook nog een 7e leerjaar, in 1930 het tweede 7e leerjaar en in 1931 een 8e leerjaar. Een uitgesproken voorbeeld van soberheid en zuinigheid volgt in 1933……de zusters vragen aan de gemeente Schijndel om medewerking voor het vervangen van de oude en tot op de draad versleten gordijnen. Gezien de berooide toestand der gemeentefinanciën is uiterste zuinigheid noodzakelijk, want anders is aan belastingverhoging niet te ontkomen. De vraag van de gemeente aan de zusters is……zijn nieuwe gordijnen wel strikt noodzakelijk en is repareren niet mogelijk? De zusters antwoorden daarop: “Wij willen echt zuinig zijn in deze crisistijd. Juist daarom zijn de gordijnen de laatste jaren vrijwel niet meer gewassen, hooguit tweemaal per jaar geborsteld. Nu kunnen wij ze er echt niet meer afhalen. Ze zijn herhaaldelijk vermaakt en zitten nog vol scheuren. Wij zijn genoodzaakt om deze aanvraag voor f 500,- te handhaven en eventueel in twee termijnen te betalen.”. Uitsluitsel komt er niet. In 1934 wordt de correspondentie daarover voortgezet. De zusters beloven de oude gordijnen niet weg te gooien, maar te wassen en er dan vingerdoekjes en verbanddoekjes voor de knieën van de kinderen van te maken. In die tijd hebben ze immers nog geen luxe verbandtrommels. Het heeft ruim een jaar geduurd, maar uiteindelijk is de medewerking dan toch verleend.
 
Tijdens de oorlogsperiode is het schoolgebouw vanaf 21 april 1942 gevorderd door de Duitse Wehrmacht. De kinderen hebben tijdelijk gebruik gemaakt van het patronaatsgebouw in de Kluisstraat. Op 22 mei 1943 kan rector Verhoeven het gebouwencomplex weer opnieuw inzegenen en twee dagen later hervatten de zusters hun lestaak en bezoeken de kinderen hun eigen school weer. Het blijft echter een rumoerige tijd. Op 27 april 1944 bezoeken enige Duitse militairen de school opnieuw met de intentie er een kledingmagazijn te vestigen en enige maanden later zijn het afgevaardigden van de Nederlandse Gezondheidsbond die hun oog laten vallen op de school aan de Pastoor van Erpstraat in verband met een eventuele ontruiming voor geëvacueerde gasthuispersonen uit diverse streken. Op 9 september delen Duitse militairen mee dat het gebouw opnieuw gevorderd zal worden ten behoeve van de rondtrekkende troepen en met man en macht wordt alles ontruimd. De school liep natuurlijk ook de nodige oorlogsschade op. Volgens een kostenberekening uit 1946-1947 is voor een kleine f 11.000,= aan het herstel uitgegeven.
Het gebouw gaat in de jaren daarna de nodige gebreken vertonen en voldoet eigenlijk niet meer aan de eisen van de tijd. In december 1958 komt architect Van Liempd met een kritisch rapport en constateert daarin: de constructie is goed, maar verouderd, de verwarming is onvoldoende, de radiatoren zijn gemonteerd tegen blinde muren, de stoomverwarming dient vervangen te worden door een volautomatische oliestook. Voorts is hij van mening dat de klaslokalen een pittige vernieuwing dienen te ondergaan qua lichtinval, ventilatie, openslaande ramen en ook de lokaalhoogte is oneconomisch. Een grondige verbouwing acht hij daarom onvermijdelijk. De verbouwing zal in fasen worden uitgevoerd. De meisjes worden o.a. ondergebracht in het oude St.Jozef - Ulo-gebouw aan de Pompstraat, in het instructielokaal van de brandweer en in het weeshuis. In de jaren ’60 worden de oude schoolbanken vervangen door leerlingsets omdat de gezondheidsdienst de banken heeft afgekeurd. Bouwbedrijf Schellekens heeft er uiteindelijk zo’n twee ton aan verbouwd.
 

0760.jpg

De meisjesschool, voorheen MAVO-gebouw, zoals dat stond op de huidige locatie ‘Residence Bunderloo’.
 

Op 1 juli 1968 dragen de zusters het bestuur over de meisjesschool alsmede het eigendom van de terreinen en gebouwen over aan de inmiddels geïnstalleerde stichting scholenbureau ‘de Meierij’. De notariële akte passeert bij notaris Van Wezenbeeck op 26 februari 1969. Er gebeurt in 1968 nog iets uitzonderlijks. De M.A.V.O. van de Heer Aldenhoff trekt per 1 september van dat jaar in het pand aan Pastoor van Erpstraat 4 en de meisjesschool van zr. Louise van der Steen verhuist naar het schoolgebouw aan de Mr. Michelsstraat. Inspecteur Nillesen is niet enthousiast over deze scholenruil, die volgens zijn visie nadelig zou uitpakken voor de meisjesschool. De ontwikkelingen gaan door. Voor de tientallen bouw- en onderwijstechnische details verwijs ik graag naar het sublieme standaardwerk over het Schijndelse onderwijs, zoals dat is beschreven door oud-collega Louis van Dijk. Op zaterdag 7 juli 1979 neemt het laatste religieuze schoolhoofd afscheid van de Mariaschool. Zr. Louise wordt opgevolgd door de dhr. Jan Verhoeven. Dan volgt in 1985 de integratie kleuter- en basisonderwijs en wordt de school omgedoopt in basisschool Bunderloo. In de jaren ’90 volgt een fusie tussen Bunderloo en de oude Lambertusschool en wordt het pand aan Pastoor van Erpstraat 4 een dependance van basisschool de Heijcant. Als zodanig heeft het gebouw uit 1906 nog bestaan totdat in 2001 de slopershamer dit schoolgebouw met de grond gelijk heeft gemaakt en de zusters een pracht parkeergelegenheid hebben laten aanleggen voor de Mariahoeve en het generalaat.

Religieuze hoofden van de binnenschool/buitenschool:
Zr. Innocentia Eijcken [overleden 13 maart 1898]
Zr. Berchma van Kasteren [overleden 14 juni 1923]
Zr. Jesualda van de Leemputten [overleden 23 maart 1960]
Zr. Marie Johanni Franken [overleden 10 juni 2010]
Zr. Louise van der Steen [overleden 3 oktober 1993]
 

0762.jpg

0765.jpg

Twee sfeerbeelden van de sloop van het schoolgebouw uit 1906, dat er dus bijna een eeuw heeft gestaan.
 

0296.jpg

De in 2002 aangelegde parkeerplaats tussen het gebouw de Mariahoeve en het generalaat
 

bronnen:
Kloosterarchief map ‘Schijndelse scholen’
Dagboeken van de congregatie over de periode 1931-1967
Louis van Dijk [2008] Historie Onderwijs Schijndel in 3 delen – deel 1 hoofdstuk 17