Met jou op weg
Met jou op weg |
Met elkaar op weg |
|
je nabij zijn en mij toch niet in jou verliezen mij aan jou toevertrouwen door jou omhelsd worden met jou verbonden zijn in jou geborgen zijn bij jou horen je liefhebben tochtgenoot bij het zoeken |
|
elkaar nabij zijn en je toch niet in elkaar verliezen je aan elkaar toevertrouwen omhelsd worden met elkaar verbonden zijn in elkaar geborgen zijn bij elkaar horen elkaar liefhebben tochtgenoot bij het zoeken
|