Kapel, korte geschiedenis
Kapel, korte geschiedenis | ||
De eerste huiskapel deed dienst tot 25 september 1843. Op 25 september 1843 werd een nieuwe kapel (en gasthuis en ziekenhuis) ingewijd door pastoor van Erp. 15 augustus 1869 werd een nieuwe kapel ingezegend door pastoor Ceelen. 2 februari 1899 werd door rector Kluijtmans de grotere kapel ingezegend. Door het oorlogsgeweld 1940-1945 werd de kapel voor een deel vernield. 8 december 1949 werd het hoofdaltaar door mgr. Mutsaerts geconsacreerd zonder kerkwijding. 1964: verbouwing van de kapel zoals die nu is. Jos de Vries, architect te Helmond heeft met groot vakmanschap en kundigheid bijgedragen aan de kapel zoals ze heden ten dage in gebruik is. Later zijn nog wel enkele zaken (bv meubilair) vervangen en is intern onderhoud gepleegd, maar er zijn geen ingrijpende veranderingen meer gerealiseerd. |
||
Onderstaande foto's geven een beeld van de verwoestingen in de oorlog, de situatie na het herstel van de oorlogsschade en de situatie na de renovatie in 1964. | ||
![]() |
|
![]() |
![]() |
Binnenplaats, glas – in – lood – raam bij de kapel In zevenvoud gaan uit haar handen
werken van barmhartigheid,
wit en licht naar alle kanten
voor een nieuwe goede tijd.
|
|
|
||
![]() |
Boven en naast de deur naar de binnenplaats Deze glas-in-lood ramen zijn een geschenk van pastor van de Schoor. Ze zijn ontworpen en gemaakt door P. Wiegersma. Het bovenste raam: Maria. De moeder van de pastor heette Maria. Het rechterraam: de H. Jacobus, de patroon van de vader. De pastor had veel devotie tot de H. Jacobus. Hij heeft ook Santiago de Compostella bezocht. Het linkerraam: de H. Jozef, de patroon van de pastor. |
|
Wijwatervat in de hal voor de kapel |
![]() |
|
"Brandend Braambos" van P. Wiegersma
bij het 150-jarig bestaan van de congregatie.
Het bevindt zich boven de deur die toegang geeft tot de kapel.
|
![]() |
|
|
||
|
Altaar met ciborium In 1949 stond er oorspronkelijk een koepel op het baldakijn van het altaar (zie foto links). Doordat er bij latere verbouwingen in de kapel glas-in-lood ramen kwamen boven het altaar, is de koperen koepel verwijderd, terwille van het uitzicht op de ramen. Ook is verder naar voren een nieuw altaar geplaatst (zie foto rechts). |
|
Hieronder treft u enkele afbeeldingen aan van het altaar. |
||
|
||
![]() |
|
|
|
||
Glas-in-lood ramen kapel | ||
De ramen zijn ontworpen en gemaakt in 1964 door P. Wiegersma. Ze vallen onmiddellijk in het oog als je de kapel binnenkomt. De drie middelste ramen stellen het Christus-mysterie voor: Kerstmis, Pasen en Pinksteren. Ze zijn samen te vatten in één idee: de uitkomst van de Heer. Met Kerstmis, bij zijn geboorte trad hij naar buiten in deze wereld. Met Pasen, bij zijn Verrijzenis trad hij uit de dood naar het eeuwige leven en met Pinksteren trad hij in zijn kerk naar buiten om alle mensen te brengen tot dat eeuwige leven (uitkomst, redding en verlossing). |
||
|
||
![]() De Maria-ikoon komt uit de 17e eeuw. Ze is het type der Hodigetria (geleidster op de wegen). Deze afbeelding werd te Moskou vereerd in een kerk bij de muren van het Kremlin, dat door de Bosjewieken in 1918 is afgebroken.
|
||
![]() De wereld van het geschapene, God is liefde, laten we die liefde herkennen, naastenliefde is dan het resultaat. Onderaan vinden we het element van de schepping, de oerchaos van Genesis. Hieruit komt het eerste leven naar boven, samengebald in een soort levenscel, iets dat al het komende bevat. Deze cel groeit uit tot alles wat er verder te zien is: dit wordt aangegeven met een boom, een ware boom des levens, een stamboom van al het bestaande. In zijn kruin gebeurt van alles tegelijk: de boom staat in knop, schiet bladeren uit, draagt bloesem en heeft tegelijkertijd heerlijke vruchten. Het gaat over aarde en water, over groei en vruchtbaarheid. In het middendeel ziet men vlammen, een luchtruim en enkele symbolen die het heelal aanduiden. Naast aarde en water heb je hier de twee andere elementen: vuur en lucht. Daarin verschijnt de mens, een man die een schaapje draagt. Het is de mens die er zijn schouders onder wil zetten, de mens die de last op zich heeft genomen. Het zijn sterke schouders. In het zorgen van de ene mens voor de andere, in het "dragen van elkanders lasten" (Paulus) is de werkelijke naastenliefde bereikt. De man, de herdersknaap, draagt het (teruggevonden) schaap met liefde, hij gaat er niet onder gebukt, maar hij heeft zijn schouders er werkelijk onder gezet en het schaapje ligt daar goed en veilig. Hij zorgt ervoor dat niet alles verloren loopt, zo goed als hij met zijn vermogens en aanleg kan. In deze herdersfiguur staat Christus onder ons en je kunt in de herdersfiguur dus de christen zien, die in navolging van de Heer reddend optreedt. |
||
Kruisweg
|